Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties3

Kwaliteitskader doet wenkbrauwen fronsen

Het Kwaliteitskader bevat niet alleen normen voor de kwaliteit en veiligheid van verpleeghuiszorg, maar ook ‘randvoorwaardelijke’ normen voor onder meer governance en personeelssamenstelling. Die roepen praktische en juridische bezwaren op.
Hedwig den Herder.jpg

Het was een bumpy road naar het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. Veldpartijen bereikten geen consensus over de inhoud. Het Zorginstituut maakte uiteindelijk gebruik van zijn doorzettingsmacht, zoals eerder bij de integrale geboortezorg. Op 13 januari 2017 heeft het Zorginstituut Nederland het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg opgenomen in het openbare register van kwaliteitsstandaarden en meetinstrumenten, Zorginzicht.nl.
Onder verpleeghuizen heerst onrust over de nieuwe normen. De lat wordt (te) hoog gelegd en de normen zijn niet altijd duidelijk. Zo vragen verpleeghuizen zich af hoe ze de personeelsnorm die voorschrijft dat voor intensieve zorgmomenten minimaal twee zorgverleners ‘beschikbaar’ moeten zijn, moeten interpreteren én financieren. Niet zo gek dat verpleeghuizen zich druk maken, want zij zijn wettelijk verplicht om goede zorg aan te bieden. Naleving van de normen uit het Kwaliteitskader valt onder de verplichting. De IGZ controleert dit en kan sancties nemen tegen verpleeghuizen die niet aan de normen voldoen.

Zorginstituut op stoel verpleeghuizen
De verpleeghuizen hebben ook juridisch gezien een punt. Er is namelijk iets geks aan de hand met het Kwaliteitskader. Het tot stand brengen van kwaliteitsstandaarden is een private verantwoordelijkheid van veldpartijen. Omdat Den Haag vond dat deze verantwoordelijkheid onvoldoende gepakt werd, heeft het Zorginstituut in 2014 doorzettingsmacht gekregen, waarbij het als laatste redmiddel de regie over de ontwikkeling van een kwaliteitsstandaard overneemt. De wet begrenst die bevoegdheid in de memorie van toelichting. Het Zorginstituut mag wel regie maar geen verantwoordelijkheid overnemen van veldpartijen. Zij moeten nauw betrokken blijven bij de inhoud van de kwaliteitsstandaard. Met andere woorden: de overheid mag niet op de stoel van de (brancheorganisaties van) verpleeghuizen gaan zitten. In het geval van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg lijkt het erop dat het Zorginstituut dat toch heeft gedaan.
De branchepartijen en individuele verpleeghuizen hebben in nieuws- en persberichten hun ontevredenheid geuit over het Kwaliteitskader. Volgens V&VN is het Kwaliteitskader teveel gericht op management en toezicht en leidt het af van waar het werkelijk om gaat, kwaliteit van leven. Volgens Verenso ontbeert het Kwaliteitskader belangrijke elementen zoals aandacht voor de rol van de specialist ouderengeneeskunde. Ook heeft een aantal veldpartijen geklaagd over de te beperkte tijd voor consultatie. Dit alles wijst erop dat het Zorginstituut hier meer heeft gedaan dan alleen het overnemen van de regie en dat het wettelijk verplichte overleg met de veldpartijen marginaal is geweest.

Goed bestuur hoort niet in kwaliteitsstandaard
Ook de normen voor governance, leiderschap en management verbazen. Dit thema hoort niet in een kwaliteitsstandaard thuis. Een kwaliteitsstandaard hoort te beschrijven wat goede zorg is voor een bepaalde aandoening of zorgproces. De verplichting voor de bestuurder om zelf ervaring te hebben als zorgverlener valt daar niet onder. Eerlijk gezegd lijkt het me juist beter voor de kwaliteit van zorg als er wordt bestuurd door een geoefend bestuurder, niet door een geoefend zorgverlener. Wat daar ook van zij, het Zorginstituut is niet bevoegd normen te stellen voor goed bestuur in de zorg. Ze ontleent haar bevoegdheid aan de Zorgverzekeringswet en die gaat niet over goed bestuur. Daar zijn andere (wettelijke) kaders voor.
De minister van VWS heeft een agenda goed bestuur in de zorg waarmee ze de kwaliteit van het bestuur en het interne toezicht in de zorgsector wil verbeteren. De recente aanpassing van de Zorgbrede Governancecode is hiervoor bijvoorbeeld een gepast kader. Aanscherping van normen voor goed bestuur in kwaliteitsstandaarden maakt geen deel uit van haar agenda. En terecht, lijkt me.
Daarmee levert het Kwaliteitskader een studieboekvoorbeeld op van wat juristen détournement de pouvoir noemen; het gebruiken van een bevoegdheid voor een ander doel dan waarvoor die gegeven is.

Hedwig den Herder is advocaat Zorg bij AKD advocaten

3 REACTIES

  1. @Peter Koopman en degene die op 2 maart om 13.32 uur heeft gereageerd: mijn betoog is niet bedoeld als afleidingsmanoeuvre. Ik ben absoluut voorstander van verbetering van kwaliteit (wie niet?). Als die niet van de grond komt, vind ik er ook wat voor te zeggen dat de overheid zich ermee bemoeit. Maar als jurist heb ik er moeite mee als de overheid daarin doorslaat d.w.z. ontoereikende wettelijke bevoegdheden heeft.

  2. Lees alle reacties
  3. Belangrijke analyse; temeer daar het kader deels al op korte termijn operationeel wordt. We zijn in een schemergebied beland terwijl de buitenwacht hoge verwachtingen heeft gekregen. Dat kan tot fikse teleurstelling leiden. Overleg samen met het veld lijkt mij zeer wenselijk.

  4. Advocaat Herder benadrukt in haar reactie op het kwaliteitskader verpleeghuiszorg de eigen verantwoordelijkheid van de bestuurder. Een helder verhaal. In haar betoog mis ik een beschouwing op de reden waarom het zorginstituut werd ingezet ondanks deze eigen rol van bestuurders. Immers de downgrading van de kwaliteit in bijv. de kwalitatieve en kwantitatieve functiemix is al jaren gaande. Er werken veel te weinig verpleegkundigen in verpleeghuizen en deze zijn daardoor de naam "verpleeg"-huis niet waard. Nb " bestuurders" zonder deze extra kwalificatie verplegen niet. Het inbrengen van dit juridisch bestuurdersprobleem leidt af van de kern. Ook zonder dit nu aan te kaarten redden de bestuurders zich wel. U wijst terecht net als Venvn op het feit dat dit kwaliteitskader inhoudelijk niet af is en er nog veel door zorgdeskundigen moet worden aangevuld. Maar laten we nu daaraan vooral werken samen met de bestuurders. Het gaat om de cliënt (patiënt en niet de klant van de advocaat) en om de kwaliteit van de mensen die zorgverlenen.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.