Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Wie bekommert zich nog om de hulpbehoevende ouderen?

Wonen en zorg zijn anno 2023 nog steeds gescheiden domeinen. Dat is gezien de maatschappelijke ontwikkelingen onbegrijpelijk. Er liggen immense vraagstukken die om structurele samenwerking vragen. Terwijl de maatschappij schreeuwt om nieuwe woonvormen, mét zorg in de buurt, vinden partijen elkaar maar mondjesmaat. Kansen genoeg, maar deze blijven onbenut door een gebrek aan daadkracht, stellen bestuurders Koen de Hond (Transvorm) en Gijsbert van Herk (Staedion).
Hulpbehoevende ouderen
Beeld: © Alina Naumova / Getty Images / iStock

Of hij in de regio Haaglanden nog verpleeghuizen kan bouwen? Die vraag kreeg bestuursvoorzitter Gijsbert van Herk van zorgorganisaties toen hij aantrad bij woningcorporatie Staedion. Nu, een kleine twee jaar later, vragen diezelfde partijen hem of hij betaalbare woningen kan bouwen waarin ouderen zelfstandig kunnen wonen én zorgaanbieders gemakkelijk zorg kunnen leveren. Een wezenlijk andere vraag, die bovendien veel sneller toeneemt dan het aanbod.

Nederland vergrijst in snel tempo

De veranderde marktvraag komt niet uit de lucht vallen: ruim 20 procent van de bevolking was op 1 januari 2023 ouder dan 65 jaar tegen bijna 13 procent in 1990. Begin 2022 was 15,2 procent tussen 65-80 jaar en 4,9 procent was 80 jaar of ouder (bron: CBS). Daar komt bij dat het kabinet in 2015 met de opheffing van zorgzwaartepakketten 1, 2 en 3 feitelijk de verpleeghuiszorg voor deze groepen heeft afgeschaft en nadrukkelijk inzette op langer thuiswonen.

Weliswaar mét alternatieven voor het verpleeghuis, zoals zorgtechnologie, domotica, eHealth-oplossingen en zorg op afstand, maar helaas is dit nog geen gemeengoed en ontbreekt het aan schaalgrootte. Bovendien kan en wil niet iedereen dit, én zijn woningen waar ouderen nu in moeten blijven wonen hiervoor niet geschikt. Daarnaast gaat het niet alleen om ouderen, maar om mensen die niet zelfstandig kunnen wonen, waarvan ouderen met een zorgvraag wel de grootste groep is.

WOZO en zorgmedewerkers

Het kabinet heeft als antwoord hierop het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) geformuleerd. WOZO startte medio 2022 en is gericht op het anders organiseren van de ouderenzorg. Het WOZO-motto ‘zelf wonen als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan’ vormt een mooi uitgangspunt, stelt Koen de Hond, bestuurder van Transvorm. Maar vanuit de Brabantse werkgeversorganisatie voor zorg en welzijn ziet hij nóg een grote uitdaging: de inzet van voldoende zorgpersoneel en een goed samenspel met informele zorgverleners, zoals mantelzorgers.

Als mensen langer thuis wonen, heeft dat consequenties voor medewerkers. In plaats van werken op één zorglocatie is de zorgverlening dan over een groter gebied verspreid. Als de zorgvraag verder stijgt vanwege demografische ontwikkelingen neemt de vraag naar personeel voor deze zorgverlening fors toe en veranderen de nodige competenties. Zeker ook vanwege het verwachte samenspel met de informele zorg.

De grote vraag is: hoe vult Nederland het gat tussen individueel zelfstandig wonen met zorg en het verpleeghuis? Het antwoord is niet eenvoudig en moet uit meerdere oplossingen bestaan. Er is in elk geval een wereld te winnen als de domeinen zorg en wonen structureel met elkaar gaan samenwerken.  

Noodzakelijk is dat er snel meer diversiteit aan woonsituaties en zorgvormen komt en dat deze het niveau van pilots ontstijgen. Niet alleen nieuwbouw, want dat zet te weinig zoden aan de dijk. Binnen de bestaande woningvoorraad moet het grootste deel van deze opgave gebeuren. Dit neemt niet weg dat de domeinen zorg én wonen, in lijn met het Rijksprogramma WOZO, ook moeten kijken naar vernieuwende woonzorgconcepten. Waarbij enerzijds community care een centrale plaats krijgt en anderzijds mensen worden voorbereid op het ouder worden (re-ablement).

Samenspel tussen wonen, zorg en gemeente

Woningcorporatie Staedion leverde onlangs haar eerste ‘Wonen met een Plus’-concept op. Wooncomplex Loosduinse Hof in Den Haag is gericht op senioren die zelfstandig wonen met een aantal belangrijke voorzieningen in hun complex, zoals een thuiszorgverlener, tandarts, kapper, fysiotherapeut en restaurant. Een aansprekend eindresultaat na een intensief samenspel tussen wonen, zorg en gemeente. Het kost weliswaar veel tijd om een dergelijke woonvoorziening te realiseren, maar een groot deel van deze woningvoorraad staat er al. Volgens Gijsbert van Herk, bestuursvoorzitter Staedion, was Loosduinse Hof een oud verzorgingshuis waarvan in de afgelopen twee decennia er ongeveer 2.400 van in Nederland zijn gesloten. Ze zitten op de meest prachtige, en vaak ruim opgezette locaties. Als deze locaties weer ter beschikking kunnen komen voor de doelgroep, maar dan in een ander woonzorgconcept, zou dat al een enorme stap vooruit zijn.

Tussen de zelfstandige woning en het verpleeghuis dient uiteindelijk een scala aan woonvormen beschikbaar te zijn. Van levensloopbestendige woningen, thuisplusflats, woonzorgcomplexen tot hofjes nieuwe stijl.

Zorgverzekeraars en zorgkantoren

Bij de realisatie van woonvormen zijn veel partijen betrokken. De grote uitdaging is het vormgeven van de samenwerking en de coördinatie tussen enerzijds verschillende zorgverleners (zoals huisartsen, specialisten, thuiszorgorganisaties en mantelzorgers) en anderzijds corporaties en gemeenten die de gewenste woonvormen kunnen realiseren. Dit alles vraagt tijd (die er eigenlijk niet is), maar bovenal de wil om je écht te bekommeren om (hulpbehoevende) ouderen.

Want wie steekt er zijn nek uit? Wie pakt de handschoen op om domeinoverschrijdend mee te werken aan oplossingen? Niet dat er nu geen goede initiatieven zijn, maar het systeem van zorgvergoedingen wordt gevormd door een duidelijk obstakel; geldstromen nodigen absoluut niet uit om de zorg te vernieuwen.

Zijn zorgverzekeraars en zorgkantoren zich ervan bewust dat zíj́ eindverantwoordelijk zijn voor de levering van goede zorg? En dat zij dus aan de financiële knoppen zitten om de benodigde zorg in de toekomst te faciliteren? Toch zien we hen maar weinig aan tafel met de partners die verantwoordelijk zijn voor zorg én wonen. Samen kunnen zij met een paar grote, ervaren corporaties de benodigde zorgplekken realiseren. Hier liggen onbenutte kansen.

Financiering mantelzorgers

Is het bijvoorbeeld een gek idee om ook de mantelzorger en niet alleen de zorgleverancier te financieren? Waarmee twee vliegen in één klap worden geslagen! Zo zijn er nog veel meer innovatieve ideeën te bedenken die bijdragen aan een structurele oplossing. Maar wie gaat hierover in gesprek op een vrije markt waar onderlinge concurrentie tussen zorgaanbieders speelt? Helaas nog veel te weinig partijen.

Een wereld te winnen

Daarom roepen wij bestuurders van woningcorporaties en zorgorganisaties in gezamenlijkheid op: bekommer jij je om kwetsbare ouderen? Ga dan over tot actie. Het combineren van wonen en zorg moet geen pilotproject voor je organisatie meer zijn. Dit is anno 2023 een kerntaak! Hoe? Om te beginnen door elkaars domeinen te begrijpen, de juiste expertise in huis te halen en in elke prestatieafspraak die je met de gemeente vastlegt vanaf nu wonen en zorg een plek te geven. Zoek elkaar op en betrek zeker ook gemeenten erbij. Zonder elkaar gaat het niet lukken. Voor beide domeinen is een gezamenlijke wereld te winnen.

Tot slot voor op het wensenlijstje van het nieuwe kabinet: graag een staatssecretaris voor Wonen en Zorg!

Door: Koen de Hond, bestuurder Transvorm & Gijsbert van Herk, bestuursvoorzitter Staedion

Het Zorgvisie Zorg & Vastgoed congres

Veranderende mensen, zorg & vastgoed

3 oktober 2023, Utrecht

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.