Deze behandeling werd vroeger elektroshock genoemd, maar vond toen nog niet onder narcose plaats.
Rijnstate
Het onderzoek onder 45 depressieve patiënten vond plaats in ziekenhuis Rijnstate in Arnhem, waar Van Waarde aan is verbonden. Hij werkte samen met onderzoekers van het Academisch Medisch Centrum Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam. De resultaten zijn op 5 augustus gepubliceerd in Molecular Psychiatry.
Elektroconvulsietherapie
Voorafgaand aan de ECT werd een MRI-scan van hun hoofd gemaakt. Uit onderzoek van deze functionele MRI-scans blijkt dat de mate van verbinding tussen gebieden in de voorkant van de hersenen kan voorspellen of een ECT-behandeling succesvol zal uitpakken voor de patiënt.
MRI
Met een speciale functionele MRI-scan van het hoofd brengen de onderzoekers twee hersennetwerken in beeld. Daarin is met een zekerheid van meer dan tachtig procent te voorspellen of een depressieve stoornis verdwijnt bij een ECT-behandeling. Deze vindt plaats onder algehele narcose en er kunnen tijdelijke geheugenklachten ontstaan. Als de behandeling waarschijnlijk niets gaat opleveren, kan de patiënt de narcose en de mogelijke bijwerkingen worden bespaard.
Vervolgonderzoek
Het nieuwe van dit onderzoek is dat het voor het eerst mogelijk is om voor de individuele patiënt te bepalen of de behandeling effectief uitpakt. Uit andere onderzoeken is alleen de kans op herstel door behandeling bekend voor grote groepen patiënten. Jeroen van Waarde: “Het ziet er veelbelovend uit, maar er is meer onderzoek nodig bij meer patiënten en bij meerdere instellingen. Dat is belangrijk om harde conclusies te kunnen trekken.’