De minister reageert met zijn brief op een onderzoek van Investico uit december, waaruit blijkt dat vooral jongeren met een grote psychische hulpvraag vaak te laat of geen hulp aangeboden krijgen. Investico onderzocht daarvoor bij 390 gemeenten en 120 ggz-professionals de stand van zaken. Van de professionals in de geestelijke gezondheidszorg gaf 60 procent aan dat zij aan het einde van het jaar soms geen intakes meer kunnen houden voor de jeugd-ggz, vanwege een budgettekort. Het feit dat de wachttijden voor jongeren groeien zou liggen aan ontoereikende organisatiecapaciteit van de gemeenten.
Snel ingrijpen jeugd-ggz
De Jonge laat nu weten dat een kind dat acuut psychische hulp nodig heeft altijd zo snel mogelijk moet worden geholpen. ‘Ik heb met gemeenten en jeugdhulpaanbieders de afspraak gemaakt wachttijden op regionaal niveau inzichtelijk te maken en afspraken hierover in de inkoopcontracten van 2018 te verwerken. Als er een onevenwichtigheid is tussen vraag en aanbod, dienen de partijen zich tot het uiterste in te spannen om tijdige, passende hulp aan te bieden binnen professioneel aanvaardbare tijden’, schrijft hij in zijn brief. ‘Van alle gemeenten en aanbieders verwacht ik dat zij die verantwoordelijkheid nemen.’
Oorzaak wachttijden jeugd-ggz
Dat de wachttijden alleen zouden ontstaan door budgetplafonds, gebrekkige gemeentelijke organisatie of het feit dat wijkteams kinderen te lang vasthouden, is volgens De Jonge niet waar. ‘Wachtlijsten kunnen juist ook worden veroorzaakt doordat instellingen onnodig kinderen op de wachtlijst laten staan, in plaats van doorverwijzen naar collega-instellingen. En soms willen ouders wachten totdat een hulpverlener vrijkomt waarin zij vertrouwen hebben’, stelt de minister. Hij schrijft dat hij veel verwacht van de regionale expertteams die zijn opgesteld en van de regionale publicatie van wachttijden door gemeenten en aanbieders.