In haar proefschrift concludeert onderzoekster Hammen–Poldermans dat er geen extra mantelzorgers bijkomen. Hammen onderzocht in hoeverre diverse generaties autochtone en allochtone vrouwen zich bewust zijn van de vergrijzing waardoor de vraag naar zorg toeneemt en de ontgroening waardoor het aantal professionele zorgers krapper wordt. Door die mix zal de zorgbehoevende burger vaker zijn aangewezen op werk van vrijwilligers.
Mantelzorg
Hammen interviewde Nederlandse, Molukse, Marokkaanse, Turkse en Surinaamse vrouwen. Zij stelt dat die niet erg op de komende ontwikkelingen zijn voorbereid. Toch lijkt het erop dat de zorgverwachting en de zorgplicht binnen de verschillende culturele groepen in een overgangsfase zitten, meent Hammen.
Allochtonen
De toename van het aantal werkende vrouwen is binnen de allochtone groepen een aanslag op de natuurlijke familiezorg. Hoewel de Molukse groep vast wil houden aan de culturele zorgtraditie, lijkt voor de andere groepen de ’verhollandsing’ bij de derde generatie te beginnen.
Persoonlijke verzorging
Voor alle groepen geldt dat de bereidheid tot helpen aanwezig is, maar wel onder voorwaarden. De zorg moet ingepast kunnen worden in de eigen gezins– en werkverplichtingen. Ook de zorgvrager heeft grenzen: hij of zij wil niet afhankelijk zijn. Als het gaat om persoonlijke verzorging, gaat de voorkeur om privacyredenen uit naar professionele hulp. (ANP)
Lees ook:
Mannen moeten meer gaan mantelzorgen
Restant extraatje mantelzorgers naar gemeenten
Ondersteuning voor mantelzorgers in Den Haag