Hoogleraar Informele Zorg aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen, Marjolein Broese van Groenou: ‘Thuiszorgorganisaties moeten hun medewerkers aansturen om structureel contact te leggen met mantelzorgers. Het contact ontbreekt vooral met mantelzorgers die niet inwonen bij de zorgontvanger’.
Niet in beeld
Het lijkt vooral afhankelijk van de situatie van de mantelzorger of er overleg is met thuiszorgmedewerkers. Broese van Groenou: ‘Vooral inwonende mantelzorgers die veel uren zorgen voor hun kwetsbare partner of ouder overleggen met de thuiszorgmedewerkers. De uitwonende kinderen, familie, vrienden, buren of vrijwilligers zijn vaak niet in beeld bij de thuiszorg, maar juist zij zullen in de nabije toekomst een groter aandeel in de langdurige zorg moeten leveren.’
Geen vanzelfsprekendheid
Inwonende mantelzorgers hebben behoefte aan advies en ondersteuning van thuiszorgmedewerkers. Uitwonende kinderen en andere familieleden willen graag meepraten over de zorg voor de oudere en op de hoogte worden gehouden als de zorgsituatie van hun naaste verandert. Voor thuiszorgmedewerkers is dit nog geen vanzelfsprekendheid. Het kwam zelfs voor dat thuiszorgmedewerkers zwaardere zorg aanvroegen voor de opname in een verpleeghuis, zonder dit met de mantelzorger(s) te bespreken. Vrienden, buren en vrijwilligers hebben zelf niet altijd behoefte aan samenwerking met thuiszorgmedewerkers. Zij doen vaak een afgebakende taak en willen daarnaast niet teveel rompslomp. Contact met dit type hulpverleners is minder noodzakelijk, maar het is wel handig als de thuiszorg hen kan bereiken in geval van nood. De onderzoekers adviseren om alle aanwezige mantelzorgers in ieder geval in beeld te brengen en contactgegevens uit te wisselen. Bekijk het onderzoek.