Bruggink volgde een jaar lang 240 patiënten met matig tot ernstig hartfalen. De helft kreeg standaardzorg, de andere helft ging daarnaast naar een speciale polikliniek voor begeleiding door gespecialiseerde verpleegkundige en cardioloog. Na een jaar waren in de ‘poli-groep’ elf opnamen voor hartfalen en waren twaalf patiënten overleden. In de controlegroep waren 24 opnamen en overleden 23 patiënten.
Nieuwe richtlijn
Voor landen met een niet zo goede huisartsenzorg was het nut van een speciale poli al bewezen. Het onderzoek van Bruggink bewijst dat het ook nut heeft in landen met sterke eerstelijnszorg zoals Nederland. Waarschijnlijk komt de hartfalenpoli in de nieuwe Nederlandse richtlijn van cardiologen die in de loop van dit jaar verschijnt.
Leefregels en oefeningen
In de polikliniek geeft een gespecialiseerde verpleegkundige advies over hartfalen, leefregels, fysieke oefeningen, symptomen van verergering en zelfzorg. De cardioloog controleert de hart- en nierfunctie en past de medicatie aan volgens de internationale richtlijnen. In een jaar komen de patiënten negen keer langs op de polikliniek.
Pieta Bruggink is arts/coördinator hartfalenpoli bij het Deventer Ziekenhuis. Daar en in Alkmaar voerde ze haar onderzoek uit. (Zorgvisie – Krista Kroon)
Lees ook