De oppositie in de Eerste Kamer slaagde er dinsdag niet in een bres te schieten in het front van VVD, PvdA, D66, CU en SGP. De stemming volgende week is een formaliteit, zo schrijft de krant. Het nieuwe systeem gaat in 2016 in.
Oppositie
Tegenstanders, de SP voorop, menen dat patiënten hun vrije artsenkeuze kwijtraken. Zij vrezen dat de macht van zorgverzekeraars te groot wordt. Vier verzekeraars – Achmea, VGZ, CZ, Menzis – verzekeren al negentig procent van de Nederlanders. Kleinschalige specialistische zorg zou het gevaar lopen niet meer te worden gecontracteerd. Omdat de wijziging ook geldt voor de geestelijke gezondheidszorg, ggz, waar veel zelfstandig gevestigde specialisten werken, zou daar een sanering dreigen.
Meerderheid
Eerder dit jaar sloot Schippers (VWS) echter al een akkoord met D66, ChristenUnie en SGP waardoor zij verzekerd was van een meerderheid in de Eerste Kamer. Toen is op aandringen van de CU afgesproken dat verzekeraars ruimhartig ggz-zorg zullen contracteren. De behandeling van het tweede wetsvoorstel, over winstuitkering van ziekenhuizen aan investeerders, wordt aangehouden. Schippers vraagt extra advies aan de Raad van State.
Op zich is er niets tegen dat zorgfinanciers (overheid en zorgzorgverzekeraars) alleen de kosteneffectieve zorg (= economisch en goed) vergoeden en de niet-kosteneffectieve niet of maar gedeeltelijk. Maar ik zie nog niet dan aan de twee basisvoorwaarden daarvoor is voldaan:
1. Behoorlijke zorgconcentratieregels. In casu: behoud van bereikbaarheid van zorg. Dat zien we aan het Gemini Ziekenhuis in Den Helder. Tijdelijk gered, maar hoe gaat dat aflopen? Moeten mensen in die regio straks alsnog naar Alkmaar, 40 kilometer verderop, zelfs voor de spoedeisende hulp?
2. Behoorlijke zorginkoopregels. Volgens een bericht op Zorgvisie is het zelfs t.a.v. de volumenormen een chaos, hanteren verschillende zorgverzekeraars verschillende regels. En van behoorlijk(e) zorgresultaatmeting c.q. kwaliteitsassessment is überhaupt nog nauwelijks sprake. Het draait voornamelijk nog allemaal om structuur- en procesindicatoren, waarvan zelden is aangetoond dat die een sterke correlatie hebben met de zorgresultaten.
Het lijkt er dus op dat hier hetzelfde geldt als voor de hervorming langdurige zorg: te snel en te ondoordacht, gedreven door bezuinigingsdrift. De muren worden ook hier al gemetseld zonder dat er eerst een behoorlijk fundament is gelegd.