Dat zegt Paul op het Veld, projectleider e-mental health bij zorgorganisatie Fier, die zich richt op slachtoffers van geweld. Op het Veld hoort bij de eerste lichting afgestudeerden van een digitale masteropleiding van NHL Hogeschool in Leeuwarden. ‘Het is een praktische opleiding, waarbij we veel aandacht besteedden aan situaties uit onze eigen werkpraktijk’, licht hij toe.
Anonieme chatfunctie
Zo’n praktijkvoorbeeld is de anonieme chatfunctie die Fier ontwikkelde voor cliënten die vragen willen stellen over hun zorgen en problemen. ‘Een veelvoorkomende werkwijze is dat je bij de ontwikkeling van zo’n product eerst met collega’s en de leverancier overlegt. Pas als het er naar jouw idee goed genoeg uitziet, stap je naar de cliënt. Dat is met een goede intentie, want je wilt iets moois laten zien. Maar helaas werkt het niet en levert het vooral vertraging op.’
Noodknop
Op het Veld en zijn medeontwikkelaars draaiden het om. ‘Al in een vroeg stadium overlegden we met gebruikers. Dat werkte heel goed. We kregen onder meer te horen dat er behoefte was aan een ‘noodknop’. Als een meisje op haar kamer aan het chatten is en ze hoort haar vader de trap opkomen, wil ze snel kunnen overschakelen naar een ander scherm. Dat geeft haar een veilig gevoel, en dat is wat je nodig hebt in zo’n situatie. Die noodknop hebben we dus meteen aangebracht.’
Betaalbaar houden
Op het Veld begon twee jaar geleden met de opleiding omdat hij vernieuwing in de zorg noodzakelijk vindt. ‘De zorg zal anders moeten worden georganiseerd, om het betaalbaar te houden en om problemen op de arbeidsmarkt te voorkomen. E-health levert daaraan een belangrijke bijdrage. Niet als iets dat op zichzelf staat, maar als een geïntegreerd en vanzelfsprekend onderdeel van goede zorg. Met dit diploma kan ik daaraan een verdere bijdrage leveren.’