De resultaten worden donderdag gepresenteerd tijdens een symposium van de Nederlandse Hartregistratie.
Halvering sterfte
De sterfte binnen 120 dagen na een operatieve aortaklepvervanging is afgenomen van 3,4 procent naar 1,7 procent. Ook bij klepvervanging via een katheter, een behandeling voor hoogrisicopatiënten, is de sterfte gedaald van 11,6 procent naar 5,9 procent bij gelijkblijvende zorgzwaarte. Daarnaast namen het aantal heroperaties en de vasculaire complicaties na de behandeling van boezemfibrilleren significant af. Deze resultaten zijn afkomstig uit een analyse van data tussen 2012 en 2016. Hieraan is deelgenomen door de zestien Nederlandse hartcentra die zijn aangesloten bij de Nederlandse Hart Registratie.
Niet meer anoniem
Deze behandelsuccessen zijn deels verklaarbaar uit technologische innovaties en opbouwen van ervaring. Zeker zo belangrijk is de samenwerking tussen de hartcentra die hun resultaten met elkaar delen. Directeur NHR Dennis van Veghel: ‘Dat kan alleen als alles transparant is: ziekenhuizen zien niet alleen hun eigen resultaten maar ook die van andere ziekenhuizen. Zo kan je meteen contact opnemen met een ziekenhuis dat beter presteert. Op die manier kan men van elkaar leren.’
Veiligheidscheck
Als voorbeeld noemt Van Veghel de safety check bij Isala. In 2013 werd duidelijk dat de 120-dagenoverleving na een openhartoperatie in het Zwolse ziekenhuis significant hoger was dan in de andere deelnemende hartcentra. Het team dat de operatie gaat uitvoeren, doet vlak voor de operatie een laatste veiligheidscheck op de meest actuele medische informatie. Onderdeel hiervan is een hartecho die via de slokdarm wordt gemaakt. Inmiddels hebben zeven hartcentra de Isala Safety Check overgenomen.
NHR
De Nederlandse Hartregistratie is in september dit jaar ontstaan uit een fusie van de Begeleidingscommissie Hartinterventies Nederland (BHN), Meetbaar Beter en de National Cardiovascular Data Registry (NCDR). ‘Onze opdracht is: bewaken dat alle data hetzelfde kwaliteitsniveau hebben. Wij controleren ook op volledigheid. Daarbij spannen wij ons in om de registratielast te beperken. We werken met een beperkte dataset en richten het aanleverproces zo efficiënt mogelijk in.’
Benchmark
Niet alleen meten ziekenhuizen hun uitkomsten, zoals overleving en complicaties, ook informatie over de kwaliteit van leven voor en na de behandeling komt in toenemende mate beschikbaar. Edgar Daeter, cardiothoracaal chirurg en bestuurder van de NHR: ‘Het structureel meten en vergelijken van resultaten van ziekenhuizen is ontzettend belangrijk. Daar is nog veel winst te halen.’ De NHR zoekt samenwerking met andere kwaliteitsorganen zoals DICA en LRCI. Internationaal is een samenwerking gestart met Swedeheart, de Zweedse online cardiologische hartregistratie.
Zo simpel is het:
‘Zeker zo belangrijk is de samenwerking tussen de hartcentra die hun resultaten met elkaar delen. Directeur NHR Dennis van Veghel: ‘Dat kan alleen als alles transparant is: ziekenhuizen zien niet alleen hun eigen resultaten maar ook die van andere ziekenhuizen. Zo kan je meteen contact opnemen met een ziekenhuis dat beter presteert. Op die manier kan men van elkaar leren.’
Lean noemt dit ‘standaard werk’: de vakmensen stellen zelf vast wat goed werkt en beschrijven dat. Elk moment dat iemand bedenkt dat het beter kan, wordt dat geprobeerd en leidt dat te een verbetering van het ‘standaard werk’. Dat leidt tot ‘continue verbetering’ (Kaizen).
Wie volgt?