De hoogleraar merkt op dat wijkverpleegkundigen steeds vaker worden ingezet als hulp in de huishouding. Dat is vooral het geval sinds er door de decentralisatie is bezuinigd, zegt Abma in een interview met de NOS. ‘Dat betekent dat er minder mensen zijn om het werk te doen. Wijkverpleegkundigen laten dat werk niet liggen. Dat is de aard van hun werk: zorgen.’

Mantelzorgers
Volgens Abma was het idee van de overheid dat niet de wijkverpleegkundigen, maar mantelzorgers het werk dat bleef liggen zouden oppakken. ‘In theorie is dat mooi, maar in de praktijk zien we dat mensen die netwerken niet hebben. Er wordt al veel gezorgd door familie. Door te bezuinigingen op professionele hulp komt er nog meer terecht bij mantelzorgers.’

Wijkverpleegkundigen te weinig tijd
Het gevolg van deze situatie is volgens Abma dat wijkverpleegkundigen hun tijd niet goed kunnen verdelen tussen cliënten. Mensen die zitten te wachten op hulp van een verpleegkundige, komen zo niet aan bod. ‘Het is mooi dat wijkverpleegkundigen kijken naar de gehele zorgsituatie bij een cliënt. Maar dat betekent tegelijkertijd dat ze die tijd niet kunnen besteden aan iemand anders.’