“Aan de buitenkant ziet het er best goed uit”, vertelt Kramer. “Men belooft hetzelfde salaris, maar neemt bijvoorbeeld geen vakantie-uren of uitval door ziekte of overleg mee in de kostprijs. Ook de overhead- en bureaukosten worden hier niet in meegenomen. Of mensen moeten meer uren werken om aan hetzelfde salaris te komen.” Zo kunnen nieuwe spelers op de markt hun thuiszorg leveren voor het door de Twentse gemeenten bepaalde maximumtarief van negentien euro voor HH1. De vakbondbestuurder ziet twee scenario’s voor de nabije toekomst: of de medewerkers accepteren een lager salaris, of hun werkgevers draaien verlies.
‘Overgang van onderneming’
De vakbond wil dat de thuishulpen die bij hun vroegere werkgever worden ontslagen, bij de nieuwe aanbieders in de regio voor dezelfde arbeidsvoorwaarden gaan werken. Aangezien dit niet blijkt uit de huidige berekening van de vakbond, oriënteert Abvakabo FNV zich op een rechtsgang. “Er is al een Europese richtlijn voor een dergelijke overgangsregeling van arbeidsvoorwaarden: de richtlijn ‘overgang van onderneming’. Wij sturen dus aan op een uitspraak van het Europese Hof van Justitie.” De overgang van onderneming is in het arbeidsrecht opgenomen als artikel 7:663 BW.
Thuiszorgcarrousel
Ook Arie de Ruijter, interim-manager in de regio, onderzoekt in hoeverre het artikel geldt voor de ontslagen thuiszorgmedewerkers. “Bij aanbestedingen in de schoonmaak is dit artikel van toepassing, behalve als het inleveren van de arbeidsvoorwaarden vrijwillig gebeurt. Waarom zou het voor de Wmo niet gelden?” De Ruijter heeft zich gespecialiseerd in de personele gevolgen van reorganisaties. De interim-manager heeft berekend dat de thuishulpen bij een nieuwe aanbieder in de regio maandelijks honderden euro’s minder kunnen gaan verdienen. “Dat kan wel gaan om 500 euro bij een voltijdbaan. Daar komt bij dat mensen die vaak al jaren in dienst zijn bij hun nieuwe werkgever een contract voor bepaalde tijd krijgen”, meldt De Ruiter. “Dat is geen marktwerking, maar een carrousel.”
Wetswijziging Wmo
In april 2009 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een wijziging van de Wet maatschappelijke onderneming. Het was de bedoeling om de arbeidsvoorwaarden van thuiszorgmedewerkers te verbeteren, maar volgens De Ruiter heeft de wetgever zich verkeken op de effecten van aanbestedingen. “De gevestigde zorginstellingen hebben hun medewerkers al jaren in dienst. Zo is hun personeelsbestand prijziger dan dat van nieuwe aanbieders. Tijdens de aanbesteding bieden gemeenten vaak lage uurtarieven aan, maar de gevestigde partijen kunnen hun medewerkers niet tegen een lagere schaal uitbetalen, want je mag een arbeidsovereenkomst niet eenzijdig openbreken. Het gevolg is dat hun medewerkers worden ontslagen en een belangrijk deel van hun opgebouwde rechten verliezen.”
‘Dumpprijzen’
Vakbondbestuurder Kramer bestempelt de huidige tarieven als “dumpprijzen”. Ook brancheorganisatie ActiZ liet onlangs weten dat de tarieven vaak onder de kostprijs worden aanbesteed, maar de Twentse gemeenten weerspreken de kritiek. Een woordvoerder van de gemeente Enschede zei eerder al tegen Zorgvisie: “Wat de vakbond zegt, klopt niet. De kwaliteit van zorg is hier gewaarborgd.” (Zorgvisie – Nico van Wijk)
Lees ook:
Stopwatch blijft in thuiszorg
SP wil af van de Wmo-aanbestedingen
Thuiszorg hoopt op tweede succes tegen tarief Wmo
Gemeente onderzoekt eigen bijdrage Wmo