Financier Rabobank en het CZ-zorgkantoor hielden Warmande nog een tijdje in de lucht in de wetenschap dat ZorgSaam in de markt was om de instelling over te nemen. Na de overname zou ZorgSaam in Zeeuws-Vlaanderen echter een marktaandeel krijgen van bijna honderd procent. Normaal gesproken zou zoiets op een veto van de mededingingsautoriteit stuiten. Maar, zoals Dirkzwager Advocaten op de eigen website schrijft, de overname is toch goedgekeurd met een beroep op het zogenoemde reddingsfusieverweer (failing firm defence).

Warmande had geen enkel bestaansrecht meer

Beide organisaties opereren in het dunbevolkte en sterk vergrijzende Zeeuws-Vlaanderen, dat ten zuiden van de Westerschelde ligt. Warmande oriënteerde zich uitsluitend op de gemeente Sluis, dat geen snelwegen of treinverbindingen kent. ZorgSaam zit behalve in Sluis ook in de gemeenten Terneuzen en Hulst. De enige andere zorginstelling met een vergelijkbaar portfolio (intramurale en extramurale ouderenzorg) in de buurt is SVRZ, maar SVRZ heeft steeds duidelijk aangegeven niet geïnteresseerd te zijn in Warmande. Ook geografisch ligt een samengaan van Warmande en SVRZ niet voor de hand. Er zijn nog wat thuiszorgorganisaties actief in Zeeuws-Vlaanderen, maar uitbreiden met intramurale zorg valt voor hen duidelijk buiten de mogelijkheden. Warmande zou zonder de overname geen enkel bestaansrecht meer hebben en van de markt verdwijnen. ZorgSaam nam in dat geval sowieso vrijwel al het personeel en vrijwel alle cliënten van Warmande over.

Nieuwe leidraad

Alles afwegende heeft de ACM de overname onvoorwaardelijk goedgekeurd. Zo’n goedkeuring op basis van een reddingsfusieverweer komt volgens Dirkzwager niet vaak voor. De ACM lijkt in dit besluit de ruimte voor een geslaagd beroep op een reddingsfusieverweer in de zorgsector te verruimen. Dit besluit kan voor advocaten een nieuwe leidraad zijn voor toekomstige, vergelijkbare zaken.