Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Zweedse hartregistratie is voorbeeld voor Nederland

Carina van Aartsen is redacteur bij Zorgvisie, Skipr en Qruxx. Ze schrijft over alle sectoren van de zorg, maar vooral over de ouderenzorg en eerste lijn. Omdat daar nu de grootste uitdagingen liggen: voor de zorg zelf maar ook voor de samenleving. Als aandachtsgebieden heeft zij de thema´s: governance, zorgverzekeraars en financiën.
Aan het Zweedse registratiesysteem Swedeheart doen alle ziekenhuizen mee. Van zo’n hoge deelname kan Nederland alleen nog maar dromen.
Swedeheart

Maar er hangt een samenwerking in de lucht.

Sterfte gehalveerd

Voorzitter van de stuurgroep, Tomas Jernberg, vertelt over de positieve resultaten die de ziekenhuizen hebben bereikt. Zowel de sterfte van hartpatiënten vlak na een operatieve ingreep, als de sterfte na drie maanden, als de sterfte na een jaar zijn gehalveerd. Frappant: De verbetering van deze ziekenhuizen begon zodra hun resultaten openbaar werden gemaakt.

Swedehaert

Alle 73 ziekenhuizen in Zweden die hartpatiënten behandelen doen mee aan het hartregistratiesysteem Swedeheart, bijna alle hartpatiënten zitten in de registratie en meer dan 500 variabelen worden gemeten. Dit zijn baseline-, proces- en outcome-indicatoren. De database wordt ook gebruikt voor onderzoek en sinds kort is men bezig met het opzetten van een biobank. Swedehaert startte in 2009 als fusiecombinatie van vier verschillende hartregistraties. Daar zijn inmiddels aan toegevoegd: registraties van medicijngebruik, een algemene database met informatie over onder andere woonplaats en sociale klasse en het nationale sterfteregister.

Werkgroepen

De gegevens worden aangeleverd door specialisten en verpleegkundigen en voor een klein deel door fysiotherapeuten. Werkgroepen komen regelmatig bij elkaar en er is een jaarlijkse rapportage. De resultaten zijn niet anoniem en alle ziekenhuizen kunnen elkaar scores zien. Thoraxchirurgen kunnen hun eigen resultaten vergelijken met het gemiddelde van de kliniek of met andere thoraxchirurgen in Zweden. Groot voordeel is dat nieuwe medische technieken en medicijnen snel kunnen worden geëvalueerd en behandelingen snel landelijk zijn aan te passen.

Transparant

De resultaten van de individuele thoraxchirurgen zijn niet openbaar, de rest van de informatie wel. Er is een online-rapportage voor patiënten, beleidsmakers en het grote publiek. Dit heeft moeten groeien, zegt Jensberg: ‘In het eerste jaar dat wij de resultaten openbaar maakten, kregen wij veel kritiek over ons heen van de ziekenhuizen. Maar naarmate er meer ziekenhuizen gingen deelnemen, groeide de verdenking tegen ziekenhuizen die weigerden. En heel belangrijk: de resultaten van de ziekenhuizen begonnen te verbeteren op het moment dat wij de namen openbaar maakten.’

Kwaliteitsindex

Swedeheart werkt met een kwaliteitsindex die bestaat uit negen indicatoren. Een ziekenhuis krijgt een punt voor elke indicator waar meer dan 85 procent van de patiënten is gemeten. Tussen de 80 en 85 procent, krijgt het ziekenhuis een halve punt. Vlak na de introductie scoorde het gemiddelde ziekenhuis drie punten en het beste zes. Dat is intussen opgelopen naar zeven punten gemiddeld en negen punten voor het beste ziekenhuis. De hogere deelname van zowel ziekenhuizen als patiënten maakt de resultaten betrouwbaarder. Jernberg: ‘Kan de betere performance worden vertaald in betere uitkomsten? Ik denk het wel.’

Internationaal

Swedeheart hoopt internationale samenwerkingsverbanden aan te kunnen gaan om zo de patiëntengroepen te vergroten en ook internationaal te kunnen vergelijken. Daar heeft de Nederlandse Hartregistratie wel oren naar. Maar we zijn hier nog niet zo ver.

Data aanleveren

Toen de drie deelnemende registratieorganisaties (Begeleidingscommissie Hartinterventies Nederland, Meetbaar Beter en de National Cardiovascular Data Registry) nog apart bestonden, is er nooit een situatie geweest waarin alle ziekenhuizen data aanleverden. Meetbaar Beter telt dit jaar veertien deelnemende hartcentra en zeven niet-chirurgische hartcentra. De gegevens van in totaal 175.000 patiënten zijn de afgelopen jaren verzameld. Ook hier zijn de resultaten verbeterd. De sterfte binnen 120 dagen na een operatieve aortaklepvervanging is afgenomen van 3,4 procent naar 1,7 procent. Bij klepvervanging via een katheter, een behandeling voor hoogrisicopatiënten, is de sterfte gedaald van 11,6 procent naar 5,9 procent. Voorzitter Edgar Daeter: ‘Het is niet zo dat ziekenhuizen de zwaarst zieke patiënten weigeren om maar beter uit de analyses te komen. Integendeel: de zorgzwaarte is toegenomen en toch is de algehele mortaliteit 18 procent gedaald.’

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.