Dat blijkt uit eerdere verkenningen en de ‘versnellingskamers’ van ActiZ, dat zijn regionale bijeenkomsten waarin zorginstellingen onderzoeken wat pgo’s zijn en wat het van hen vraagt om hiermee te gaan werken. Een versnellingskamer levert een actieplan op om de eerste stappen te kunnen zetten en ze geven ActiZ zicht op de beperkingen die zorginstellingen tegenkomen bij de voorbereiding op de komst van pgo’s.
Druk overheid essentieel
Maarten van Rixtel is voorzitter van de commissie Informatisering van ActiZ. Hij verwacht niet dat deze beperkingen kunnen worden opgelost zonder druk van de overheid. Hij wacht dan ook met spanning op een brief van de minister waarin mogelijk wordt aangegeven dat hij meer regie gaat nemen en een rol gaat spelen in het afdwingen van het openstellen van applicaties van softwareleveranciers waar zorginstellingen mee werken.
Geld en tijd
Als de applicaties niet worden opengesteld kan een cliënt met een pgo geen toegang krijgen tot de software van bijvoorbeeld een ziekenhuis en kunnen er bijvoorbeeld geen foto’s worden uitgewisseld. Uitwisseling is nu in principe wel mogelijk, maar alleen met hele dure koppelingen. Van Rixtel: ‘Een pgo is een keuze van de klant. Dat betekent dat alle pgo’s koppelingen moeten maken met bijvoorbeeld de software van een ziekenhuis. Dat kost enorm veel geld en tijd. Beter is de software zo te ontwerpen dat de applicaties ‘open’ zijn. Dus te benaderen door andere software zoals een pgo.’
Geen cliëntportaal maar pgo
ActiZ raadt haar leden aan niet te veel energie meer te steken in een cliëntportaal, maar het realiseren van pgo’s in de regio. ‘We slaan de stap die ziekenhuizen afgelopen jaren hebben gezet over om ons te concentreren op de pgo. Een cliëntportaal geeft inzage in wat professionals over de cliënt geregistreerd hebben. Maar begrijpt de cliënt deze data wel? Het doel van een pgo is om data om te zetten in informatie. Daarmee kun je een cliënt veel beter helpen. Daarnaast kunnen cliënten de gegevens in hun pgo ter inzage geven aan andere zorgverleners, als ze dat van belang vinden, iets wat met een portaal niet kan. Cliënten komen zo meer in regie over hun zorg: zij beschikken over de data van hun zorgverleners waardoor ze een gelijkwaardiger gesprek krijgen én zij bepalen wie wat mag inzien.’
Subsidiepot
Voor de ouderen- en gehandicapteninstellingen komt er in maart 2019 een flinke subsidieregeling aan van drie keer dertig miljoen euro, verspreid over drie jaar, bedoeld om de informatie-uitwisseling tussen zorgverlener en cliënt te versnellen. Deze regeling is vergelijkbaar met het VIPP-programma voor de ziekenhuizen. Zorginstellingen kunnen zich hierop inschrijven. Van Rixtel verwacht dat dit massaal zal gebeuren.
Deadline
Veel ouderenzorginstellingen zijn momenteel bezig om online medische/verpleegkundige gegevens beschikbaar te maken voor cliënten. Vanaf 2020 moet iedereen in Nederland online zijn medische gegevens kunnen inzien.
Dit is toch wat we met elkaar afspreken bij Medmij? De overheid steunt Medmij financieel dus zetten ze hier toch al druk op?