De Wmo-consulent, de lokale organisaties voor welzijn en maatschappelijke dienstverlening en de MEE-ondersteuners zijn in het overgrote deel van de sociale wijkteams vertegenwoordigd. Dat blijkt uit een peiling onder 224 gemeenten – 56 procent van het totaal – door kennisinstituut Movisie: “Sociale (wijk)teams in vogelvlucht”. De meeste gemeenten werken met één standaard model voor het sociale wijkteam. Het brede integrale wijkteam, dat alle hulpvragen in de wijk oppakt, wordt door ruim de helft van de gemeenten in de praktijk ingezet.

Sociale wijkteam

Movisie deed in oktober vorig jaar onderzoek naar hoe de wijkteams in gemeenten eruit zien en wat hun belangrijkste doelstellingen zijn. Daaruit blijkt dat ruim 85 procent van de gemeenten werkt met een sociaal wijkteam. 52 Procent werkt met een breed integraal wijkteam, 18 procent van de gemeenten heeft een wijkteam dat zich richt op specifieke doelgroepen. 12 Procent van de gemeenten werkt met een generalistisch wijkteam.

Welzijnsorganisaties

Opvallend is dat vooral de lokale welzijnsorganisaties in de meeste wijkteams meedraaien. De categorie: “andere organisaties voor welzijn en maatschappelijke dienstverlening” zit maar in 4 procent van de wijkteams. Niet erg breed vertegenwoordigd in de sociale wijkteams zijn verslavingszorg (13 procent), verpleging en verzorging (26 procent), organisaties voor lichamelijk- en verstandelijk gehandicapten (20 procent), maar ook de huisartsenpraktijken (10 procent). In ongeveer 50 procent van de wijkteams neemt een wijkverpleegkundige deel.

Doelstellingen wijkteam

In meer dan de helft van de gemeenten zijn afspraken gemaakt over de doelstellingen van het wijkteam. Met stip op één staat de integrale aanpak: 67 procent van de gemeenten noemt dat het belangrijkste doel. Vergroten van de zelfredzaamheid van burgers staat op twee: 51 procent. 46 procent noemt als derde doelstelling: de preventie van problemen in de wijk.

Participatie

Minder belangrijke doelen voor de wijkteams blijken de verbetering van de participatie van de burger (8 procent) en verbetering van de bereikbaarheid van de zorg (9 procent) te zijn. Andere doelstellingen waarover de gemeente afspraken heeft gemaakt met de sociale wijkteams: efficiëntere werkwijze tegen lagere kosten (36 procent), betere zorg en ondersteuning (33 procent), buffer tussen zelfzorg en specialistische zorg (27 procent).

Wijkanalyse

Eind 2014 bleek overigens dat 14 procent van de ondervraagde gemeenten nog geen plannen had om met een sociaal wijkteam te werken. De grotere gemeenten zijn verder met de ontwikkeling van de wijkteams dan de kleineren gemeenten: 93 procent van de G32 (de 32 grootste gemeenten) heeft een sociaal wijkteam. Zij vinden een wijkanalyse belangrijk voor ze met een wijkteam beginnen, blijkt uit het Movisie-onderzoek: 92 procent van de G32 heeft zo’n analyse gedaan, tegenover 48 procent van de kleinere gemeenten.

Het rapport “Sociale (wijk)teams in vogelvlucht” kunt u hier downloaden>>