De inzet van reablement is een belangrijk speerpunt in het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg (HLO). Ondanks de maatschappelijke winst van deze andere benadering van zorg, blijft het nog te vaak bij experimenteren met integrale bekostiging. Dat stelt Jan Willem Spijkman, sector bankier gezondheidszorg bij ING.
In het HLO staan vier onderwerpen
Er is een nieuwe zorgbuzz in de omloop: reablement.
Het klinkt vriendelijk, bijna hoopvol. Wie wil er nu niet dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig blijven? Wie kan er iets tegen hebben op een term die ruikt naar veerkracht, eigen regie en kwaliteit van bestaan?
Maar achter deze humane façade gaat een harde, technocratische logica schuil:
kostenreductie, arbeidsbesparing, afschuiving van verantwoordelijkheid.
De beleidsimpactanalyse van KPMG – nota bene in opdracht van VWS – laat niets aan de verbeelding over:
Het draait om fte-besparing, niet om mensen.
De taal van zorg is overgenomen door spreadsheet-analisten die ‘arbeidsbesparingsscenario’s’ uitrekenen alsof het om productielijnen in een distributiecentrum gaat.
Reablement?
In de praktijk betekent het: ouderen moeten het zelf maar uitzoeken, tenzij ze ten onder gaan.
Professionele zorg wordt vervangen door “informele netwerken” – newspeak voor mantelzorgers die steeds verder worden uitgeknepen.
De staat trekt zich terug en schuift de zorg af op familie, buren, vrijwilligers en digitale tools, zoals de pratende bloempot, of een tool die uitmaakt over de volgepoepte luier toe is aan vervanging ja of nee.
Zorg wordt herleid tot een restproduct, slechts toe te dienen als de sociale omgeving volledig faalt.
En wie staat aan het roer van deze operatie? Niet de zorgverleners. Niet de ouderen.
Wel: consultancyfirma’s als KPMG, die beleidstaal fabriceren in termen van doorbraakdoelen, adoptiesnelheid, implementatiebarrières en – het ultieme eufemisme – “passende zorg”.
Hun analyses zijn doordrenkt van voorwaarden, onzekerheden en scenario’s, maar één ding staat vast: de collectieve verantwoordelijkheid voor ouderenzorg wordt systematisch afgebouwd.
Het ideaal van solidariteit wordt ingewisseld voor het ideaal van “zelfredzaamheid”. Wie niet mee kan?
“Pech. Eigen schuld, oudje! Je bent te duur aan het worden. “
Wat ontbreekt is een fundamentele herziening van het systeem dat zorg reduceert tot kostenpost. Een systeem waarin solidariteit plaatsmaakt voor marktwerking, waarin publieke waarden worden gesloopt door private belangen, en waarin ouderenzorg wordt geoutsourcet aan algoritmes, vrijwilligers en uitgeputte mantelzorgers.
De zorg is geen gemeengoed meer, maar een speeltuin voor consultants, gebruikmakend van laptops, en hun spreadsheet met kolommen: besparing, substitutie, inzetbeperking.
Reablement had een sociaal-emancipatoir instrument kunnen zijn;
Maar in dit stelsel is het gedegradeerd tot neoliberale newspeak.
Een bliksemafleider voor structureel falend beleid. Een excuustruus voor de afbraak van collectieve zorgverantwoordelijkheid.
Ouderen verdienen geen beleidsfantasieën;
Ze verdienen zorg – echt, nabij, publiek, structureel.
Tot die tijd is reablement vooral een ander woord voor afbraak.
Google gerust op duurzame zorg jimdo voor meer opinie.
Een stelselwijziging is voor het activeren en implementeren van reablement niet nodig.
Twee dingen wel:
1. De uit-onderhandelde omzetplafonds c.q. aanneemsommen worden volledig uitbetaald door de
zorgkantoren/zorgverzekeraars. .( is tevens een stimulans voor een meer “ institutionele”
van zorgkantoren c.q. zorgverzekeraars)
2. De gemeenten en zorgverzekeraars betalen 50-50% voor de dorps-c.q. wijkondersteuner.
Groet, Guus van Montfort.