Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Gert-Jan van Boven: ‘Regeldruk vraagt om nationale implementatieagenda’

De honger naar data explodeert. Dat is ook het geval in de medisch-specialistische zorg. Hoewel de intenties van de datavragers doorgaans nobel zijn, brengt iedere aanvraag de weegschaal tussen lust en last verder uit balans. Wat is ervoor nodig om de registratiedruk binnen ziekenhuizen te laten afnemen? Tijdens het congres Grip op regeldruk buigt Gert-Jan van Boven van Stichting DHD zich over deze vraag.
Gert-Jan van Boven, Stichting DHD

Gert-Jan van Boven is directeur bij DHD, de stichting die in 2008 is opgericht door de NVZ en de NFU en zich sindsdien inspant voor een efficiënte distributie van data en informatie. Dat was en is nog altijd hard nodig, weet hij. “Vijf jaar geleden werd uit onderzoek van KPMG al duidelijk dat er zo’n honderd miljoen werd uitgegeven in de sector om de gevraagde data op te leveren. Daar is nu een veelvoud van nodig. Voor handeling, registratietijd, ict en alles wat daaromheen zit. Dat geld moet je als ziekenhuis wel terugverdienen in kwaliteit, efficiency of op een andere manier.”

Lasten en lusten

Registreren legt regelmatig een onevenredig grote druk op de beschikbare tijd van een zorgprofessional. Over de noodzaak van een goede vastlegging van zorgdata bestaat geen discussie. Gert-Jan van Boven vindt wel dat er kritisch gekeken moet worden naar baten en kosten. Door het succes van digitalisering en nieuwe mogelijkheden van databewerking explodeert de datahonger in de medisch-specialistische zorg. Programma’s en organisaties willen – vaak met de beste bedoelingen overigens – de data op verschillende manieren aangeleverd krijgen, onder wijzigende voorwaarden, met andere doelen. Dat kost niet alleen veel tijd en daarmee geld. Ziekenhuizen, dokters en patiënten plukken vaak magere vruchten van hun inspanning. “Zij hebben de registratielast terwijl het profijt elders ligt.” Dat leidt volgens de DHD-directeur niet zelden tot onvrede bij ziekenhuizen – hoewel zij allemaal wel vóór kwaliteitsregistraties zijn. Vaak is het registeren nog weinig efficiënt geregeld in het epd. Maar ook is niet altijd voldoende bekend wat er met de data gebeurt en waarom er geregistreerd wordt.

Niet minder, maar meer

Gert-Jan van Boven realiseert zich dat hij hiermee kritische noten kraakt. “Maar ik weet dat we dit kunnen en moeten oplossen.” Hij breekt hiermee geen lans voor minder kwaliteitsinformatie. “Ik ben niet van het model ‘minder minder’. Ik geloof juist in ‘meer, meer’.” In meer opbrengst in dit geval. En dat bij lagere lasten. Dat betekent volgens hem wel dat je dingen anders moet organiseren en niet blind moet uitvragen.

Het programma Registratie aan de bron liet zien wat er kan én wat daarvoor moet gebeuren: eenmalig eenduidig registreren voor meervoudig gebruik. Of het nu gaat om kwaliteitsregistraties, het primaire proces of wetenschappelijk onderzoek. In dit programma heeft DHD op zijn beurt samen met het Radboud UMC voor de kwaliteitsregistratie van cataract laten zien dat er tot 80 procent van de registratielast gereduceerd kan worden. Mits zij goed is georganiseerd, er een epd is waarin data eenduidig en eenvoudig kan worden vastgelegd en automatisch wordt aangeleverd.

Landelijke implementatieagenda

Minimale input en maximale output is dus mogelijk. “Maar daar moet je wel heel veel voor doen”, haast Van Boven zich te zeggen. Bij cataract ging het om een beperkte registratie. Bovendien is de verbetering pas bij een beperkt aantal ziekenhuizen gerealiseerd. “Om de data voor alle programma’s vanuit alle ziekenhuizen op zo’n manier aan te leveren is een enorme klus – zelfs als je het op een slimme manier doet.”

Er moet besef komen dat daarvoor geen oneindige implementatiecapaciteit is bij ziekenhuizen en de epd-leveranciers, vindt Van Boven. Om de administratieve last voor ziekenhuizen naar beneden te krijgen, pleit hij voor een landelijke, haalbare implementatieagenda waarbij gezamenlijk wordt besloten welke onderdelen van welke programma’s per jaar worden opgepakt. “Op die manier weten de epd-leveranciers welke functionaliteit ze moeten inbouwen. En ziekenhuizen kunnen gezamenlijk optrekken zonder ieder voor zich het wiel uit te moeten vinden.”

Regelen in plaats van versnipperen

Met een deel van de programma’s kan meer worden bereikt dan wanneer alle programma’s – die vaak op elkaar lijken – worden opgelegd en uitgevoerd, meent Van Boven. Je mag wel een pool hebben van goede ideeën en plannen. Maar die moeten op een optimale manier worden ingeregeld. Dus introduceer registraties een voor een op een goede manier. En laat het vervolgens niet aan de ziekenhuizen over welke worden opgepakt maar spreek dat met elkaar af. Dan kan het efficiënt. “Ik weet niet hoeveel je als ziekenhuis aan zou kunnen maar dat is een fractie van wat er nu op ze afkomt. Terwijl we uit ervaring weten dat de medisch-specialistische zorg is gebaat bij een efficiënte organisatie. Het is ‘reculer pour mieux sauter’.”

Weggooien, verbinden of samenwerken

Er worden al wel stappen gezet op dit gebied. Zo zijn conform het advies van Hugo Keuzenkamp over de governance van kwaliteitsregistraties een inhoudsgovernancecommissie en een datagovernancecommissie actief. Die beoordelen of een registratie belangrijk genoeg is om uitgevoerd te worden en of deze efficiënt is ingericht. Ook Registratie aan de bron, de standaarden van Nictiz en het FMS-programma voor duurzame kwaliteitsregistraties doen een duit in het zakje. Maar er is meer nodig, vindt Gert-Jan van Boven. Of eigenlijk minder. Want dat is waar zijn idee voor een implementatieagenda naar streeft. “Ik pleit voor een landelijke implementatieagenda die oplegt: deze vijf nuttige datastromen gaat iedereen dit jaar realiseren. Het maakt mij niet uit welke dat zijn. Maar stop gewoon eens met een aantal programma’s, verbind ze of zorg dat ze in de uitvoering samenwerken. Dan weten ziekenhuizen waar ze zich op moeten concentreren en kunnen ze ervoor zorgen dat er goede specificaties zijn voor de epd-leverancier: over een halfjaar moet jouw product aan dit, dit en dit voldoen. Op zo’n manier wordt het beste resultaat geboekt. We houden onszelf voor de gek als we doen alsof alles tegelijk kan.”

In balans

Zijn gedachten over een nationale implementatieagenda gaat hij tijdens het congres Grip op regeldruk verder toelichten in de key-note ‘optimale balans tussen registratie en kwaliteitsmonitoring’. Hoe ziet die optimale balans eruit? “Dat we alles soepel kunnen leveren, dat we datahonger kunnen stillen en zeg maar allemaal kunnen eten. Maar daar moeten we getrapt naartoe. Dat is niet iets wat binnen twee, drie jaar gerealiseerd is.”

Tekst: Yvette Polman

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.