Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties3

Gupta: Ouderenzorg kan miljardenwinst boeken door efficiency

In de ouderenzorg is 1 tot 2,8 miljard aan efficiencywinst te boeken, meldt adviesbureau Gupta Strategists in het rapport ‘Zicht op prestaties ouderenzorg: studie VVT 2009’. Om dit te bereiken pleit Gupta ondermeer voor een andere tariefstelling door de NZa.
Gupta: Ouderenzorg kan miljardenwinst boeken door efficiency

“In een conservatief scenario is het potentieel aan besparingen 1 miljard euro”, volgens de studie. Dit is acht procent van de omzet van de sector. In het ambitieuze scenario kan dit oplopen tot 21 procent van de omzet, wat een besparing oplevert van 2,8 miljard. “In dit scenario evenaren alle instellingen de gemiddelde prestaties van de koplopers wat betreft de onderliggende kostendrijvers in personeel, inkoop en kapitaal.” Het adviesbureau voegt toe dat er nog veel moet gebeuren om deze ambitie te verzilveren.

Handreiking voor efficiencywinst

Gupta toont de grote verschillen tussen instellingen om te wijzen op de mogelijkheden voor een hogere efficiency. “De kern zit in de aanpak van tijdverspilling en onhandige processen op de werkvloer”, volgens de studie. “Deze verspilling beslaat soms 20 tot 30 procent van de totale kosten.” Gupta noemt een strakkere planning van de thuiszorg en de medicijndistributie als voorbeelden van terreinen waar de winst is te halen.

Winst door intensieve zorg

Volgens het adviesbureau komt de winst in de ouderenzorg vaak van een kleine groep mensen die zeer intensieve zorg nodig hebben. “Dat is zeer winstgevend uit te voeren en het risico bestaat dat vooral private spelers in de thuiszorg de ‘krenten uit de pap’ halen. Aan de andere kant kan een focus op specifieke groepen ook de manier zijn om de kwaliteit van zorg te verbeteren.” Gupta meent dat deze winst valt of staat met een juiste tarifering door de NZa. De tarieven voor bepaalde groepen cliënten zijn heel gunstig of juist financieel onaantrekkelijk. “Meer controle van dit gedrag is slechts een lapmiddel en neemt de onderliggende oorzaak van onjuiste tarifering niet weg.”

Klein beter dan groot

De parameters in de studie wijzen uit dat kleine instellingen het in 2008 het net zo goed en vaak veel beter deden dan de grote instellingen voor ouderenzorg. Het gaat om de productiviteit, winstgevendheid, omzet, eigen vermogen en kwaliteit. Als reden noemt Gupta twee mogelijkheden. “Of de voordelen van grootschaligheid bestaan niet, of ze worden onvoldoende benut. En bij een slechte uitvoering van een centraal model zijn er zeker ook nadelen aan de grootte, zoals onnodige coördinatie en centralisatie van processen.” Dit kan ook ten koste gaan van de sfeer en motivatie op de werkvloer, aldus het adviesbureau. (Zorgvisie – Nico van Wijk)

Lees ook:

17.000 mensen kiezen intramurale zorg na bezuiniging AWBZ

Inventarisatie: betere combinatie wonen en zorg nodig

Zorgverzekeraars zetten nota’s online

Bestuur Meavita gedaagd om wanbeleid

Zorgvisie magazine

Interesse in meer achtergronden? Word nu abonnee van Zorgvisie.

3 REACTIES

  1. Daling thuiszorg in Nederland
    Uit de managementsamenvatting van het rapport Trouw aan de belofte, over de VVT-sector
    “In de thuiszorg3 lijkt sprake van een trendbreuk. De productie is in 2008
    gekrompen met 1 %, terwijl de productie van 1985 tot 2005 met gemiddeld
    2,5 % per jaar juist sterk is gegroeid4. Om meerdere redenen moet er aandacht
    zijn voor deze daling in het aantal geleverde uren thuiszorg. Kwetsbare
    ouderen die hun zelfstandigheid willen behouden, kunnen niet zonder. Ook
    in de keten met ziekenhuizen, GGZ instellingen en huisartsen is thuiszorg een
    onmisbare schakel.”
    Het rapport van Gupta richt zich op het presteren van VVT-instellingen, waardoor hier de indruk ottaat dat ook deze ontwikkeling op het conto van deze istellingen meot worden geschreven. Misschien is dat wel zo, maar daarvoor zou het goed zijn eerst te kijken welke invloeden buiten de instellingen hebben egespeeld.
    Als eerste komt dan het beleid van de indicatieorganen zorg in beeld. Omdat de indicatie het startsein is van de zorg en de daarvoor te maken kosten, is de afgelopen jaren sterk ingezet op het zo zuinig mogelijk indiceren.
    Als tweede grote invloedsfactor geldt het inkoopbeleid van de zorgkantoren. Voor 2008 hebben de zorgkantoren de zorginstellingen verplicht ‘aan de onderkant van de indicatie te leveren’. Dit behoeft wellicht enige verduidelijking.
    Een indicatie geeft aan op welke zorg (bijv. verzorging en/of verpleging) de vrager recht heeft, en voor hoeveel tijd per week. Dit laatste wordt aangegeven met een klasse, bijv. 0-1,9 uur per week. Bij het maken van het zogenaamde zorgplan, wordt in overleg tussen zorgvrager en zorgverlener afgesproken hoeveel uur dat concreet wordt, bijv. 1,5 uur.
    Het beleid van de zorgkantoren in 2008 is, zoals gezegd, erop gericht geweest dat de feitelijke zorgverlening aan de onderkant van de klasse bleef, op straffe van een korting op de tarieven wanneer de verleende zorg boven de door het zorgkantoor gestelde grens uitsteeg.
    Het heeft mij altijd bevreemd waarom deze ingreep van zorgkantoren op de rechtens toegekende zorg nooit tot luid gehoord protest heeft geleid.
    Deze twee ontwikkelingen:
    • zuiniger indiceren
    • financieel straffen van het meer dan minimaal invullen van de indicatie
    hebben in grote mate, en wellicht in zijn geheel, een daling van de geleverde thuiszorg veroorzaakt.
    De instellingen kennende hebben zij geen eigen behoefte de omvang van de verleende zorg te verminderen. Net zoals de meeste organisaties, zijn ook zorginstellingen veelal gericht op groei en zeker niet op krimp.

  2. Lees alle reacties
  3. Interessante vraag van Ron. Houdt mij ook bezig. Zomaar wat stellingen:
    • Binnen de zorg zijn best practices niet goed te definieren, aangezien de individuele situaties nauwelijks onderling vergelijkbaar zijn.
    • Het ontbreekt binnen de zorgsector aan een onafhankelijke instantie die op zoek gaat naar best practices en die deze kennis actief en gericht onder de aandacht brengt van de belanghebbende zorgpartijen.
    • Het ontbreekt aan goede en generieke business cases bij de best practices, zodat het management van zorginstellingen moeite heeft met vaststellen of, en onder welke voorwaarden, het toepassen van een best practice toegevoegde waarde biedt.
    • Het invoeren van best practices vraagt een zodanige aanpassing van de organisatie dat het management terugschrikt voor de onrust en de daarmee gepaard gaande risico’s voor de kwaliteit van de zorgverlening.
    Als relatieve buitenstaander, maar wel met belangstelling voor organisatievraagstukken binnen de zorgsector, ben ik heel benieuwd naar belemmeringen voor verbeteringen. Er is al het nodige onderzoek naar gedaan, maar het lijkt (blijkt ?) kennelijk erg lastig om de aanbevelingen te realiseren.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.