Dat vertelt Jan Kremer, voorzitter Kwaliteitsraad van Zorginstituut Nederland. ‘Uit de berichtgeving van de afgelopen weken blijkt dat er nog onduidelijkheden bestaan: ‘Wij hebben in het kwaliteitskader verpleeghuiszorg expliciet niet gekozen voor een harde bezettingsnorm van twee verpleegkundigen op acht ouderen. Wel staat in het kwaliteitskader dat er tijdens intensieve zorgmomenten (zoals ’s morgens bij het opstaan) twee zorgverleners aanwezig moeten zijn.’
Personeelsmix
Daarbij zal er iedere dag iemand moeten zijn die ‘los van zorgtaken de juiste kennis en competenties heeft om aandacht te besteden aan een zinvolle daginvulling van cliënten’. Verder zal er in de huiskamer of gemeenschappelijke ruimte iemand gedurende de dag en avond moeten zijn die de aanwezige bewoners de benodigde aandacht en nabijheid biedt en toezicht houdt. Dat zou best een vrijwilliger of familielid kunnen zijn. Zo staat het in de huidige bezettingsnorm die onderdeel uitmaakt van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg.
Tijdelijke norm
Deze norm is tijdelijk, legt Kremer uit. Hij geldt tot het eind van dit jaar. De veldpartijen hebben vanuit het Kwaliteitskader de opdracht gekregen om voor 1 januari 2019 met een contextgebonden norm te komen. Men is daar nu volop mee aan de slag. Enerzijds door pilots waarmee ervaring wordt opgedaan en anderzijds door het bundelen van beschikbare kennis uit literatuur en jaarverslagen. Zodra de contextgebonden norm gereed is, vervalt de tijdelijke norm. ‘Wij zeggen dat een vaste norm van twee verzorgenden of verpleegkundigen op acht bewoners geen recht doet aan verschillen in mensen en situaties.’
Conceptleidraad gepasseerd station
Er is de laatste tijd discussie ontstaan over de Conceptleidraad verantwoorde personeelssamenstelling verpleeghuiszorg. Wetenschappers uit Maastricht uiten hier in een recent rapport kritiek op. Maar dit is een gepasseerd station, zegt Kremer: ‘De conceptleidraad verantwoorde personeelssamenstelling is een oud stuk en maakt geen onderdeel uit van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg. Sterker nog: het veld liep juist op dit punt vast. Met het inzetten van de doorzettingsmacht door het Zorginstituut vervielen de bestaande concepten. Deze conceptleidraad is dus nooit in het kwaliteitskader gekomen.’
Kwaliteit van zorg
Kwaliteit van zorg wordt in eerste instantie door het veld bepaald, zo stelt Kremer. Als de partijen er onderling niet uitkomen dan kan het Zorginstituut ingrijpen. ‘Wij hebben een opdracht gegeven aan V&VN om de conceptleidraad verder te ontwikkelen. De opdracht is: gebruik de elementen van de conceptleidraad om een handreiking te maken voor de leden. Er moet beter worden gekeken naar de ideale personeelsmix per situatie.’ Dit jaar lopen er meerdere pilots in verpleeghuizen.
Lees hier Kwaliteitskader+Verpleeghuiszorg
Een kwaliteitskader moet gaan over welke eisen je stelt (in dit geval aan de verpleeghuiszorg). Maar moet een kwaliteitskader dan ook ‘voorschrijven’ HOE je dat doet? Een bezettingsnorm wekt de indruk dat voorgeschreven wordt hoe de eisen in het kwaliteitskader bereikt moeten worden. Zo’n norm heeft risico in zich tot een afvinklijst van het roosterbureau te degraderen. Dat is wel makkelijk controleerbaar, maar is geenszins een garantie dat aan de eisen voldaan wordt. Daarmee schiet zo’n norm zijn doel voorbij.
In Duitsland heeft men ervaring met voorgeschreven formatie berekeningen; in België kent men al vele jaren een centrale berekening van formatie. Naar mijn mening dient iedere zorgorganisatie, waar het primair proces o.a. “Verpleging” is, een verpleegkundige leider verantwoordelijk te stellen voor deze formatie.