Volgens het reclamebesluit geneesmiddelen mogen fabrikanten de werking van hun medicijnen niet overdrijven. Alleen bij beter toezicht zouden patiënten er zeker van zijn dat de dokter beslissingen neemt die voor hen het beste zijn. Dat concluderen het Nivel, de faculteit der rechtsgeleerdheid en het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam in een evaluatie.
Opstellen richtlijnen
De belangen van de industrie om zoveel mogelijk geneesmiddelen af te zetten, staan soms haaks op die van de patiënt. Desondanks kan het systeem van zelfregulering heel goed werken, stellen de onderzoekers. Door de verscheidenheid aan marketingmiddelen die de farmaceutische industrie inzet, is reclame voor medische beroepsbeoefenaren soms lastig herkenbaar. Volgens de onderzoekers moet meer aandacht worden besteed aan de beïnvloeding van medische opinieleiders, die onder meer een rol spelen bij het opstellen van richtlijnen, en aan de invloed van de farmaceutische industrie op de na- en bijscholing.
Symptoomreclame
“Je ziet bijvoorbeeld dat na- en bijscholing die de farmaceutische industrie verzorgt, gericht is op bepaalde middelen”, zegt onderzoeker Roland Friele. “Dat is dus niet per definitie in het belang van de patiënt maar in het belang van de industrie.” De onderzoekers vinden dat er meer aandacht moet zijn voor zogeheten symptoomreclame. Dat zijn campagnes waarin symptomen of bepaalde klachten centraal staan, zonder dat een specifiek geneesmiddel wordt genoemd. De Stichting Code Geneesmiddelen Reclame en de Keuringsraad ziet die uitingsvorm niet als reclame, maar hij blijkt toch een effectieve manier om geneesmiddelen aan de man te brengen. (ANP)
Lees ook:
Patstelling in medicijnendiscussie
NZa wil dure geneesmiddelen volledig vergoeden
Nieuwe financiering dure medicijnen
Veel mis met medicijngebruik ouderen