Wil van de Laar, van de ActiZ-kerngroep Zorg Thuis: ‘Elke dag voeren zorgverleners in de wijk moeilijke gesprekken met cliënten en hun naasten omdat de zorg anders is dan verwacht of gehoopt. De verwachtingen over wat de wijkverpleging kan doen, moeten door de vergrijzing en de extreem krappe arbeidsmarkt echt worden bijgesteld.’
Politieke keuzes
‘Met de menskracht die we in de wijkverpleging hebben, kunnen we eenvoudigweg niet iedereen op dezelfde manier blijven helpen’, vervolgt Van de Laar. ‘Er moet daarom geïnvesteerd worden in het voorkomen van zorg en in technologie om mensen langer zelfredzaam te houden en mantelzorgers en zorgmedewerkers bij hun werk te ondersteunen.’
Zelf doen
ActiZ vindt dat mensen goed moeten worden voorbereid op wat ze zelf in samenwerking met naasten kunnen doen en wat ze mogen verwachten van de zorg. Van de Laar: ‘Zorgorganisaties kunnen mensen helpen om langer zelfredzaam te blijven en professionele zorg bieden, maar zij hebben duidelijke kaders nodig vanuit de politiek. Die moet komen met een passende financiering, nog los van het hoge verzuim door covid waardoor veel thuiszorgaanbieders nu forse verliezen maken.’
Waardering wijkverpleging
Tot nog toe zijn cliënten onverminderd enthousiast over de zorg die zij van de wijkverpleging krijgen. Dat blijkt uit onderzoek onder zo’n 50.000 respondenten vanuit bijna 470 zorgaanbieders. Het gemiddelde waarderingscijfer lag vorig jaar op een 8,3. De waardering die mensen hebben voor de aandacht die ze krijgen van hun zorgverlener, is zelfs gestegen van een 8,6 naar een 8,7. Van de Laar: ‘Dit is ongekend. Het is de grote verdienste van alle medewerkers in de wijk die boven zichzelf zijn uitgestegen om goede zorg en ondersteuning te bieden aan cliënten, ondanks de moeilijkheden van weer een coronajaar. Maar die hoge waardering is niet vol te houden.’