De invoering van zorgzwaartebekostiging per 2009 leidt tot een herverdeling van het AWBZ-geld: instellingen met lichte cliënten krijgen minder, aanbieders met bewerkelijker cliënten meer. Voor deze ‘herallocatie’ wil de NZa een overgangsregeling van twee jaar. De NZa stelt ook voor om de contracteerplicht af te schaffen.
Budget afbouwen
In 2009 krijgen de aanbieders die moeten afbouwen twee procent minder, het jaar daarop in totaal zes procent. Aanbieders die daarna nog een paar procent moeten afbouwen, moeten dat doen in 2011. Voor organisaties die in totaal meer dan 13 procent kwijtraken, spreekt de NZa individuele regelingen af. De aanbieders die er op vooruit gaan, ontvangen uiterlijk vanaf 2011 hun volledige nieuwe budget. Zorgorganisaties die dat willen, mogen in overleg met het zorgkantoor sneller af- of opbouwen.
Ggz wil meer tijd
De ggz had gevraagd om een langere overgangsregeling, omdat in deze sector grote verschuivingen plaatsvinden: 23 van de 99 aanbieders verliezen 15 procent of meer van hun budget. De NZa houdt echter ook voor de ggz vast aan twee jaar, maar bekijkt per geval of instellingen die meer dan 15 procent kwijtraken extra afbouwtijd krijgen.
‘Schaf contracteerplicht af’
Verschuiving in regiobudgetten
Vanaf 2010 worden de AWBZ-budgetten per regio gebaseerd op de werkelijke zorgvraag – het aantal indicaties in de regio – in plaats van op historische gronden. In augustus 2009 maakt de NZa de nieuwe regiobudgetten bekend. Om de administratieve lasten te verminderen hoeven zorgaanbieders nog maar twee in plaats van drie keer per jaar met het zorgkantoor over hun budget te onderhandelen, en krijgen ze begin januari hun tariefbeschikking in plaats van begin mei. (Zorgvisie – Krista Kroon)
Lees ook: