Als voormalig bestuursvoorzitter van UVIT heeft Velzel ervaring in diverse zorggerelateerde managementfuncties. Met name de eerstelijnszorg heeft zijn interesse. “Chronisch zieken moeten in de eerste lijn geholpen worden”, aldus Edwin Velzel. “Het aantal doorverwijzingen naar de tweede lijn moet zoveel mogelijk gereduceerd worden. Daarvoor heb je professionaliteit en schaal nodig als zorggroep. PoZoB zal hierin de verantwoordelijkheid en regie naar zich moeten toetrekken.”
In zijn huidige functie als eigenaar van adviesbureau Velzel en Partners levert hij een inhoudelijke bijdrage aan de ontwikkeling van de gezondheidszorg en de verzekeringssector.
Ab Klink
Als voormalig minister van VWS is Ab Klink betrokken bij de ontwikkeling en opzet van zorggroepen. Ab Klink was directeur van het wetenschappelijk instituut van het CDA. In de periode 10 juni 2003 tot 22 februari 2007 was hij CDA-Eerste Kamerlid. Klink hield zich in de Eerste Kamer bezig met onderwijs en ontwikkelingssamenwerking en was voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs.
Niels Chavannes
Als gepromoveerd huisarts in COPD zorg en senior-onderzoeker verbonden aan het Leids UMC is Niels Chavannes expert op het gebied van chronische ziekten, in het bijzonder Astma, COPD en Stoppen Met Roken. Chavannes: “Als wetenschapper biedt mijn positie in de raad van toezicht een kijkje in de praktijk en andersom zal ik vanuit eigen kennis en ervaring er op toezien dat resultaten verkregen uit wetenschappelijk onderzoek als instrument dienen om op pro-actieve wijze de gezondheidszorg te verbeteren.” (Zorgvisie – Mark van Dorresteijn | Twitter)
Zorgvisie magazine
Interesse in meer achtergronden? Word nu abonnee van Zorgvisie.
ja het zijn altijd de zelfde mensen die een bestuursfunctie krijgen.bestaande bestuurders hebben niet de kennis van toekomstvisie in zich zitten neem mij nou als nieuwe bestuurder die voorbereid is op de toekomst van de zorg erg veel weet als nieuwkomer beter kan besturen dan bestaande bestuurders. en hoogbegaafd is.
Interessant voor de heren. Edwin gaat leren dat zorgaanbieders intrinsiek gemotiveerd zijn, en daardoor lastig zijn aan te sturen, Ab gaat leren hoe creatief zorgaanbieders zijn om onderlinge concurrentie te voorkomen, en Niels gaat leren dat het bestuur niet maalt om kwaliteit van zorg, want het heeft toch geen consequenties. Wat wij er van leren dat de heren in een RvT zitting hebben genomen, blijft echter een raadsel.