Goede zorg voor kwetsbare ouderen met een heupfractuur vergt meer dan mensen alleen voorzien van een nieuwe heup, zegt geriater Peter Jue van Rijnland Ziekenhuis. Er moet ook aandacht zijn voor sociale en praktische zaken. Dit uitgangspunt leidde najaar 2012 tot de oprichting van de Geriatrische Trauma Unit (GTU). Tot nu toe kunnen alleen 70-plussers met een heup- of bovenbeenfractuur – de meest voorkomende fracturen bij ouderen – er terecht; straks zijn ook ouderen met andere botbreuken welkom. ‘We hebben daarmee gewacht om het aantal patiënten aanvankelijk behapbaar te houden.’
Risico op complicaties
De doelgroep – gemiddelde leeftijd 84 jaar – bestaat uit kwetsbare mensen, vertelt Jue. ‘Zij hebben veel andere ziekten en een hoog risico op complicaties: acute verwardheid, ondervoeding, infectie. Door een heupfractuur kunnen ze lichamelijke en geestelijk volledig ontregelen.’ Het aantal sterfgevallen onder deze ouderen is dankzij de GTU in Rijnland Ziekenhuis met de helft afgenomen, ‘onder andere door een betere infectiepreventie en meer oog voor hartfalen, wat bij een op de drie ouderen met een heupfractuur voorkomt.’
Nauwe samenwerking
Tot nu toe zijn op de GTU circa 275 patiënten behandeld. Chirurgie, orthopedie en klinische geriatrie werken er nauw samen; de geriater onderhoudt ook contact met de huisarts. Al op de spoedeisende hulp wordt voor deze patiënten de geriater ingeschakeld. ‘Met de familie wordt een zogeheten geriatrisch assessment doorlopen. We bespreken alvast de revalidatie en eventuele problemen die iemand thuis heeft. Familie kan blijven slapen wanneer een patiënt angstig is. Deze patiënten kampen ook vaak met cognitieve stoornissen en verwardheid. Of er is sprake van eenzaamheid en zelfverwaarlozing. Daarom is oog voor de medische én sociale kanten nodig.’
Direct mobiliseren
Na de operatie starten we snel met mobiliseren, vertelt Jue. ‘Patiënten zijn geneigd in bed te blijven, maar we begeleiden ze de volgende dag direct met lopen. De grootste klapper maak je bij deze patiënten direct na de operatie. Anders is al snel sprake van spier- en functieverlies en doorligplekken.’
De GTU heeft een huiskamer waar mensen gezamenlijk – zittend – met elkaar eten en waar activiteiten worden georganiseerd. ‘Vaak is zo’n ruimte weggesaneerd. Jammer, want zo’n huiskamer – niet te verwarren met een recreatieruimte – dient een therapeutisch doel.’