CZ wil dat zorgaanbieders aantoonbaar maken dat zij de Zorgbrede Governance Code naleven.

Zorgbrede Governance Code

Van Rijn vindt het goed dat zorgverzekeraars deze governancecode betrekken bij hun overweging om een contract af te sluiten met een zorgaanbieder. De staatssecretaris wijst erop dat de ZGC door de brancheorganisaties zelf in het leven is geroepen en normen voor goed bestuur en intern toezicht beschrijft. Gedeeltelijk hebben deze normen een wettelijk basis in de Wet Toelating Zorginstellingen, deels bevat het normen die de sector zichzelf oplegt.

Niet vrijblijvend

In sommige gevallen schrijft de ZGC voor dat een onderwerp in de statuten moet worden geregeld. Zorginstellingen kunnen daarvan afwijken, maar moeten dergelijke keuzes, evenals andere afwijkingen van de code, goed uitleggen. Van Rijn: ‘Voor het lidmaatschap van de brancheorganisaties is naleving van de code verplicht. Ook gebruikt de Inspectie voor de Gezondheidszorg de ZGC als veldnorm bij het toezicht op kwaliteit en veiligheid van zorg. Toepassing zie ik dan ook niet als een vrijblijvende zaak.’

Wijkverpleging

Van der Staaij stelde Kamervragen naar aanleiding van een uitspraak van het Gerechtshof in Den Bosch waarin zorgaanbieder HVP stelt ten onrechte te zijn geweigerd bij de inkoop van wijkverpleging. HVP had de gronden voor schorsing van toezichthouders niet expliciet in de statuten opgenomen en CZ eist dat wel bij de zorginkoop. Het Tweede Kamerlid vindt dat CZ te rigide omging met de eisen aan het vastleggen de governancecode in de statuten.

Raad van toezicht

Het Hof acht het in de uitspraak immers niet vanzelfsprekend dat  in statuten expliciet en separaat zowel de gronden voor ontslag van leden van de raad van toezicht als de gronden voor schorsing van leden van de raad van toezicht moeten zijn opgenomen. Volgens het Hof is het aan de zorgaanbieder of zij in haar statuten naast een regeling voor ontslag ook een regeling voor schorsing opneemt en welke eventuele procedures daarbij worden gevolgd.

Zorginkoop

HVP voerde in zijn eis ook aan dat CZ andere zorgaanbieders die ook niet volledig aan de eisen voldeden, wel had geaccepteerd. In vijf van de tien statuten die HVP bestudeerde, waren niet apart de gronden voor schorsing van de leden van de rvt opgenomen. Van Rijn zegt hierover dat ook hij constateert dat zorgkantoren verschillend reageren als zorgaanbieders de governancecode onvoldoende hebben geïmplementeerd. Van Rijn vindt dat een onwenselijke situatie die de lasten van burgers onnodig kan verhogen. Hij gaat daarom met de zorgkantoren in overleg met als doel tot een gestandaardiseerde toepassing te komen van de governancecode binnen het inkoopbeleid van zorgverzekeraars. Joel Gijzen, directeur zorg bij CZ, is blij met de steun van de staatssecretaris: ‘Ik vind het positief dat andere zorgkantoren het voorbeeld van CZ moeten gaan volgen.’