Het budget wordt ingezet voor leerplekken, omscholing, regionale actieplannen en een landelijke campagne. ‘De gezamenlijke opdracht is luid en duidelijk: de personeelstekorten moeten in 2022 naar nul of daar dichtbij’, is de boodschap. In het programma focust het kabinet zich op drie pijlers om het buikpijndossier van de zorg op te lossen.
Imago en voorlichting
Momenteel dreigt het personeelstekort zonder ingrijpen op te lopen tussen de 100.000 en 125.000 medewerkers. Als antwoord op dit tekort gaat VWS met werkgevers, opleidingsinstituten en overheden aan de slag om het imago van werken in de zorg te verbeteren. Het imago moet door meer voorlichting verbeterd worden. Door een voorlichtingscampagne willen de samenwerkende partijen dat meer leerlingen, studenten, zij-instromers en herintreders kiezen voor werken in de zorg.
Meer stageplekken in de zorg
Ten tweede moet beter leren in de zorg mogelijk gemaakt worden, waarbij er voor studenten voldoende stageplekken beschikbaar zijn. Uitdagend onderwijs en gevarieerde stages moeten leerlingen een impressie geven van de praktijk en ertoe leiden dat zij hun opleiding afronden. Daarnaast moet er voor huidig personeel permanent ruimte komen voor leren en ontwikkeling.
Werkdruk en regeldruk terugdringen
Om personeel in de zorg te behouden, staat anders werken centraal. Daarbij moet het werk beter aansluiten bij de wensen van de medewerkers. Het kabinet beoogt dat medewerkers inspraak hebben op het urenaantal dat zij moeten werken. Daarnaast moeten zorgprofessionals werk verrichten waarvoor zij zijn opgeleid, zonder overbodige regeldruk. ‘Zo blijft het werk leuk en wordt werkdruk en ziekteverzuim teruggedrongen’, aldus VWS. Jobcarving (de herschikking van taken) moet werk beter verdelen onder meer mensen. Digitalisering, innovatie en e-health kunnen ingezet worden om medewerkers te ontlasten.
Regionaal actieplan aanpak tekorten
‘Het zwaartepunt van dit actieprogramma ligt op veranderen in de regio.’ Daarom maken alle 28 regio’s een regionaal actieplan aanpak tekorten (RAAT), waarin de regionale opgave, ambities en concrete actieafspraken geformuleerd staan.
Op landelijk niveau wordt er een campagne georganiseerd om personeelstekorten in de zorg terug te dringen. Bovendien helpen de landelijke partijen bij knelpunten en lichten zij goede voorbeelden in de regio’s uit. ‘Hiervoor is ook organisatiekracht nodig. Daarom willen we een actie-leer-netwerk koppelen aan de landelijke actietafel’, aldus het actieprogramma.
320 miljoen beschikbaar
De komende periode komt er een budget van 320 miljoen euro beschikbaar via de scholingsimpuls Sectorplanplus voor de regio’s. Voor het eerste tijdvak, dat tot 1 mei 2018 loopt, is 80 miljoen euro vrijgemaakt. In deze periode is voor 1059 organisaties geld gereserveerd. Daarmee kunnen er zo’n 58.500 scholingstrajecten worden uitgevoerd in bijvoorbeeld verpleeghuizen en huisartsenpraktijken. Werkgevers, die verbonden zijn aan de regionale plannen, kunnen zodoende extra leerplekken creëren voor de instroom van zorgmedewerkers, medewerkers omscholen en extra doorstroomplekken ontwikkelen.
Monitoring regioplannen
Het geld wordt beschikbaar gesteld nadat een onafhankelijke commissie zich over de plannen gebogen heeft en aan VWS een positief advies geeft. Deze commissie moet de kennisuitwisseling tussen regio’s gaan bevorderen en de progressie meten.
‘Het kabinet gaat meer sturen op de realisatie en voortgang van de regionale arbeidsmarktplannen’, meldt VWS. Dit willen zij via data-driven monitoring peilen. Zo worden de regionaal uitgevoerde acties inzichtelijk ‘om de regionale opgave effectief aan te pakken.’ De uitgebreide jaarlijkse monitoring maakt tussentijdse bijsturing door regionale partners mogelijk.