Voor 1 juni wil de Adviescommissie Kwaliteit van het instituut een zo nodig aangepaste tekst aan alle betrokken partijen voorleggen. Het Zorginstituut wil de standaard een maand later al vaststellen. Het Zorginstituut heeft zogeheten doorzettingsmacht: dat wil zeggen dat het de regie kan overnemen als de veldpartijen het onderling niet eens kunnen worden over een standaard. Dat is bij deze zorgstandaard het geval: na tweeëneenhalf jaar onderhandelen onder leiding van het College Perinatale Zorg (CPZ) stemden de KNOV en enkele andere partijen toch tegen de uiteindelijke tekst. De teleurgestelde CPZ-voorzitter Chiel Bos haalde vervolgens uit naar de KNOV in een interview met Zorgvisie. Daarop stapten de verloskundigen uit het CPZ. Minister Schippers vond het ‘ongelooflijk jammer’ dat de betrokken beroepsgroepen er gezamenlijk niet uit kwamen. Zij heeft onder meer de KNOV en NVOG op gesprek uitgenodigd.
Dossier Kwaliteitsnormen
Om kwaliteit te garanderen stellen wetenschappelijke verenigingen kwaliteitsnormen op. Zorginstellingen proberen hier zo goed mogelijk aan te voldoen, terwijl verzekeraars over hun schouders meekijken….
Lees meer >>