Een aantal punten krijgt volgens De Blok te veel nadruk in het hoofdlijnenakkoord. Hij noemt indicatiestellingen en uitkomstindicatoren. ‘Dat terwijl het in de wijkverpleging juist gaat om wat er in de relatie gebeurt tussen degene die de zorg verleent en degene die de zorg krijgt. Goede hulpverlening behoeft een goede opleiding, training en vaardigheden. Daar is te weinig aandacht voor en dat terwijl je daarmee een daling van volume bewerkstelligt. Ook voor preventie is te weinig aandacht.’
Contracteren
Positiever is De Blok over de aandacht die de wijze van contractering heeft gekregen. Daarmee wordt volgens hem een bron van problemen aangepakt. ‘Ik denk bijvoorbeeld aan de manier waarop je afspraken maakt, zoals BuurtzorgT dat heeft kunnen doen met VGZ.’
Ambities
De problemen die er nu zijn, worden volgens De Blok wel onderkend en er is veel meer sprake van gezamenlijk met de gemeente optrekken, maar het is volgens hem te weinig. ‘Die andere manier van werken binnen de wijkverpleging, zonder die nadruk op productie, wordt te mager neergezet. Ik vind dat het kwaliteitskader Wijkverpleging een ambitieuzere sfeer ademt dan dit hoofdlijnenakkoord.’
Kwaliteitsontwikkeling
De beroepsvereniging voor Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) is daarentegen wel positief over de 5 miljoen euro die beschikbaar is gesteld voor kwaliteitsontwikkeling. ‘Feitelijk levert dit akkoord de financiële onderbouwing van het kwaliteitskader Wijkverpleging dat op dit moment getoetst wordt door het Zorginstituut’, stelt V&VN. ‘Preventie, uitkomsten van zorg en behoud van autonomie zijn belangrijke onderdelen. Vanzelfsprekend moet er dan ook (financiële) ruimte komen om deze andere manier van denken en werken te kunnen laten slagen. Wij hebben ons hard gemaakt voor extra geld voor kwaliteitsontwikkeling’, zegt directeur van V&VN Sonja Kersten. ‘We gaan altijd in op de behoefte van de beroepsgroep. Wat hebben zij nodig? Wellicht is er een kwaliteitsstandaard preventie nodig.’
Tijd en ruimte
Wijkverpleegkundigen krijgen volgens V&VN een belangrijke rol bij het realiseren van de doelstellingen met betrekking tot ‘De juiste zorg op de juiste plek’. Kersten: ‘Dit akkoord moet mogelijk maken dat ze tijd en ruimte krijgen voor voldoende kwaliteitsontwikkeling om die toekomstbestendige zorg te realiseren.’
Personeel
Punt van zorg voor V&VN is het personeelstekort. ‘We zouden graag wat meer concrete doelen willen zien in de beleidsplannen. Dat is nu afhankelijk van wat partijen samen in een regio bereiken. Maar er zijn geen bindende afspraken.’
Lange adem
Kersten is echt bezorgd over aankomende zomer, want de roosters kunnen nu al niet ingevuld worden. ‘Dat betekent dat mensen soms gewoon niet op vakantie kunnen. We zijn blij dat het personeelstekort in het hoofdlijnenakkoord wordt benoemd, maar we weten ook dat het een kwestie van een lange adem is.’
Kleine aanbieders
De contractpartijen van het hoofdlijnenakkoord willen een eind aan de wildgroei van ongecontracteerde zorg. V&VN vindt het belangrijk dat er in de eerste plaats goed wordt gecontracteerd en dat de indicatie door de wijkverpleegkundige in alle gevallen leidend is. ‘Ook kleine zorgaanbieders moeten een kans krijgen op een contract, mits zij professionals werkelijk de ruimte geven om kwaliteit te leveren’, aldus Kersten.
Goede plek
Voor vakbond NU91 is het de vraag of de extra middelen ook op de juiste plek komen. ‘Zien we het ook terug in de tarieven’, vraagt CAO-onderhandelaar Rolf De Wilde zich af, ‘zodat de wijkverpleegkundige aan de slag kan. Dat is voor ons het meest spannende.’
Het hoofdlijnenakkoord wijkverpleging van minister Hugo de Jonge geldt voor de periode 2019-2022. Dit is het tweede van de vijf hoofdlijnenakkoorden die de bewindslieden nog voor de zomer willen afsluiten. Het hoofdlijnenakkoord medisch specialistische zorg was op 26 april gereed.