Op basis van klachten en signalen stelt de NZa dat het niet om incidenten gaat maar een structureel probleem betreft. Zo hebben zelfstandige behandelcentra problemen met de toegang tot elektronische verwijssystemen waarmee huisartsen hun patiënten doorverwijzen naar de tweede lijn, door tegenwerking van ziekenhuizen in de betreffende regio’s. Ziekenhuizen zelf wordt soms de toegang ontzegd tot eigen patiëntengegevens opgeslagen in een centrale databank voor testresultaten beheerd door een laboratorium, indien deze ziekenhuizen ook concurrerende laboratoria gebruik wil laten maken van deze gegevens.

Problemen met OZIS

De meeste problemen deden zich voor met de toegang van nieuw toetredende apothekers tot OZIS. Dat is het systeem waarmee apothekers patiëntgegevens en medicatiegegevens van patiënten kunnen opvragen die niet bekend zijn bij de eigen apotheek. In een reactie stelt stichting OZIS dat zij niet over het toetreden van nieuwe deelnemers tot de ‘OZIS-omgeving’ gaat. Daar gaan de zogeheten beheerorganisaties van apothekers en huisarsen over.

Uitsluiting voorkomen

Met de regeling die nu is opgesteld wil de NZa voorkomen dat zorgaanbieders elkaar kunnen uitsluiten van deelname om zo de toegang tot de markt te belemmeren. Medici die daartoe bevoegd zijn en voor wie de gegevens relevant zijn krijgen betere toegang tot die informatie. Ook gegevens over wachttijden bij instellingen worden beter toegankelijk. Verder zijn er procedures vastgesteld die bepalen wie onder welke voorwaarden toegang hebben tot die gegevens. Uitgangspunt van de NZa is dat de privacy van de patiënt en de beveiliging van de netwerken geborgd is. (ICTzorg – Hein Bosman)