Mededingingstoezicht in de zorg moet en kan beter, stelt onderzoeker Edith Loozen. Zo kunnen zorgverzekeraars en ziekenhuizen ongebreideld fuseren, terwijl in het Nederlandse zorgstelsel juist concurrentie nodig is om de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg te bevorderen. Loozen stelt dat deze zorgbelangen alleen worden gewaarborgd als de Mededingingswet strikter wordt toegepast dan de ACM nu doet.

Strikt handhaven
‘Bij het strikt handhaven van de Mededingingswet zijn twee punten van cruciaal belang’, schrijft Loozen. ‘De relatie tussen het mededingingsbelang en de zorgbelangen binnen de wet. En de concrete bewijsverplichtingen waaraan de ACM moet voldoen om ervoor te zorgen dat de belangen van patiënten en verzekerden net zo goed worden beschermd als de belangen van zorgverzekeraars en zorgaanbieders. De Mededingingswet bepaalt dat het mededingingsbelang voorgaat en dat de ACM zich aan dit toetsingskader dient te houden omdat een bestuursorgaan niet meer mag dan de wet toestaat. Mits de huidige economische benadering van de Mededingingswet goed wordt toegepast, hoeven de zorgbelangen daarbij niet tekort te komen.’

NZa

De ACM is niet de enige toezichthouder die worstelt met de vraag hoe toezicht te houden op mededinging in de zorg, stelt Loozen. Ook de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zoekt hoe zij de mededingingsbevoegdheden moet invullen die haar zijn toegekend in de Wet marktordening gezondheidszorg . Anders dan de ACM probeert de NZa de beperkte rol die de wetgever haar heeft verstrekt, echter juist op te rekken. Loozen laat zien hoe de verschillende mededingingsbevoegdheden uit de Mededingingswet en de marktordeningswet zich tot elkaar verhouden en welke toezichthouder welke taak toebedeeld heeft gekregen. Loozen: ‘het is vervolgens vooral zaak dat elke toezichthouder zich van zijn wettelijke taak kwijt’.