Ze zullen het uiteindelijke besluit om te fuseren na de zomer nemen.
Nieuwe vormen van zorg
De trombosedienst en het ziekenhuis willen samen nieuwe vormen van dienstverlening ontwikkelen. Die vernieuwing gaat verder dan de reguliere antistollingszorg waarin de trombosedienst is gespecialiseerd. Gedacht wordt onder meer aan aanvullende vormen van zorg rondom chronische ziekten, waar mogelijk bij patiënten thuis en in overleg met of op verzoek van de behandelaars in de eerste lijn. Verder kunnen beide organisaties hun prikposten (bloedafname) en laboratoriumwerkzaamheden zonder veel moeite samenvoegen. De trombosedienst gaat daarbij verder als een grotendeels zelfstandige zorgeenheid met een eigen loket. De fusie leidt niet tot verlies van banen, zo zeggen beide instanties.
Nieuwe antistollingsmiddelen
Een reden voor de fusie is het op de markt komen van nieuwe antistollingsmiddelen. Die zorgen er voor dat de antistollingszorg bij de trombosediensten de komende jaren verandert en mogelijk vermindert. Dat houdt in dat patiënten niet meer naar de trombosedienst toe hoeven te gaan als ze eenmaal zijn ingesteld op de nieuwe antistolling.
Omdat het CWZ alle benodigde laboratoriumfaciliteiten in huis heeft, zijn er voor de trombosedienst geen extra investeringen nodig, zo laat INRbestuurder Marjo Albers weten. De hoofdlocatie van de INR Trombosedienst zal op termijn verhuizen naar het CWZ-terrein. INR heeft in de regio 135 bloedafnameposten. Er werken in totaal 140 mensen.
Canisius Wilhelmina Ziekenhuis
CWZ-bestuurder Guido van de Logt: ‘We hebben allerlei ideeën hoe we de zorg richting onze patiënten kunnen verbeteren. Eén optie is om mensen zo mogelijk meer thuis de juiste zorg te geven waarvoor ze nu nog in het ziekenhuis moeten blijven. Ook zou je de voorbereiding voor een oncologische behandeling of controle in het ziekenhuis al vanuit thuis kunnen voorbereiden. Dit alles natuurlijk in overleg met de huisarts.’