Het nieuwe kabinet gaat hoofdlijnenakkoorden afspraken voor de medisch-specialistische zorg, de geestelijke gezondheidszorg, huisartsen- en multidisciplinaire zorg en wijkverpleging voor 2019-2022. Samen moeten die vanaf 2021 jaarlijks 1,9 miljard euro aan besparingen opleveren. In 2019 gaat het om 460 miljoen euro en in 2020 om 1,2 miljard euro, zo valt te lezen in de regeringsverklaring van het kabinet-Rutte III. Onduidelijk is hoe de onderverdeling over de sectoren is. Wel is duidelijk dat het kabinet wil dat er meer zorg van ziekenhuizen naar de eerstelijnszorg gaat. Het ligt voor de hand dat ziekenhuizen een groot deel zullen moeten ophoesten. Verder is het de bedoeling om de kosten van genees- en hulpmiddelen te beheersen. Een scherpere inkoop en een ‘herberekening van het geneesmiddelenvergoedingssysteem’ moeten samen leiden tot 460 miljoen euro minder uitgaven. Als de totale zorguitgaven onverwacht hoger uitvallen dan begroot, dan wordt het macrobeheersingsinstrument ingezet.
Verbod op winstuitkering
VVD, CDA, D66 en ChristenUnie willen door met het huidige zorgstelsel van private zorgaanbieders en -verzekeraars. Hier en daar moet het wel worden verbeterd. Zo wordt de inspraak van verzekerden, cliënten en patiënten op het beleid van hun zorgverzekeraar of zorgaanbieder wettelijk vastgesteld. Ook wil het kabinet opnieuw kijken naar de wet op het verbod op winstuitkering door zorgverzekeraars. Het plan is om met de initiatiefnemers van de wet te overleggen. Tot slot is gezonde mededinging een punt van aandacht. Als samenwerking die in het belang is van patiënten wordt gefrustreerd, dan moet desnoods de Mededingingswet worden aangepast.
Curatieve zorg: transparantie
De coalitiepartijen willen dat zorgprofessionals inzetten op kwaliteit van zorg in plaats van het maximaliseren van de omzet. Om dat te bereiken wil het kabinet stevig inzetten op de ontwikkeling van uitkomstindicatoren. Het medisch specialistisch bedrijf ziet het kabinet, in navolging van demissionair minister Edith Schippers van VWS, als een tussenoplossing. Om te zorgen dat ziekenhuisbestuur en medisch specialisten meer op één lijn zitten, wil het kabinet stimuleren dat specialisten kiezen voor het participatiemodel of loondienst.
Nationaal preventieakkoord
Opvallend is het initiatief voor een nationaal preventieakkoord met patiëntenorganisaties, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten, sportverenigingen en -bonden, bedrijven en maatschappelijke organisaties. De focus van het akkoord moet liggen op de aanpak van roken en overgewicht. Het kabinet trekt in vier jaar 170 miljoen euro uit voor preventie en gezondheidsbevordering. De eerste drie jaar 50 miljoen euro, in 2021 20 miljoen euro. Alleen maatregelen die bewezen effectief zijn, komen in aanmerking voor het actieplan. Het kan gaan om speciale voeding, vaccins en leefstijlinterventies.
Reactie NVZ
De NVZ reageert teleurgesteld en vindt dat het nieuwe kabinet de rekening legt bij de ziekenhuizen. Ondanks de economische groei, wordt er stevig gekort op de ziekenhuiszorg. Net als het CPB is de NVZ bezorgd dat dit leidt tot minder of lagere kwaliteit van zorg. Ziekenhuizen voelen zich geconfronteerd met een aantal ‘zorgwekkende ontwikkelingen’. De zorgvraag blijft toenemen, onder meer omdat de bevolking vergrijst. Ook moeten ziekenhuizen steeds meer uitgeven aan dure geneesmiddelen. Volgens de NVZ blijven noodzakelijke investeringen, bijvoorbeeld in personeel, ICT en eHealth, daardoor sterk achter. Daar komen nu extra lasten, zoals de stijging van het lage btw-tarief, bovenop.
Voorzitter Yvonne van Rooy: ‘De NVZ is bezorgd en teleurgesteld dat het nieuwe Kabinet de benodigde financiële ruimte om deze ontwikkelingen het hoofd te bieden, drastisch beperkt.’