Tijdens een acuut hartinfarct dreigt een deel van het hartspierweefsel af te sterven. Daarom wordt tijdens een dotterprocedure de vernauwing van een kransslagader zo snel mogelijk opengemaakt. Maar zodra het bloed weer gaat stromen, zorgt dat voor reperfusieschade aan de hartspier. ‘Die onherstelbare vervolgschade gaan we met deze nieuwe methode proberen te beperken’, vertelt cardioloog/intensivist Luuk Otterspoor, die op 11 januari op dit onderwerp aan de TU/e promoveert. ‘In diermodellen is internationaal al aangetoond dat koelen werkt, maar tot nu toe was het nog niet mogelijk om een mensenhart plaatselijk te koelen.’
Veilig koelen
De cardiologen van het Catharina Ziekenhuis hebben inmiddels bij tien patiënten aangetoond dat het technisch mogelijk is om het hart tijdens een hartinfarct op een veilige manier plaatselijk te koelen. De temperatuur van het hart wordt 4 tot 5 graden naar beneden gebracht door een vloeistof net voorbij de afsluiting in de kransslagader in te spuiten. Het aangetaste gedeelte van het hart wordt vervolgens tien minuten lang gekoeld. Daarna wordt de kransslagader met een ballonnetje geopend, waardoor het bloed weer naar het aangetaste gedeelte van het hart kan stromen. Otterspoor: ‘Daarna blijven we het hart nog eens tien minuten koelen, waarna in de vernauwing een stent wordt gezet.’ De cardiologen verwachten dat deze nieuwe methode leidt tot verbeterde overleving van de patiënten die een hartinfarct hebben gehad.
Europees vervolgonderzoek
Het Catharina Hart- en Vaatcentrum start een groot Europees vervolgonderzoek om de effectiviteit van deze methode verder te testen en om na te gaan welke gezondheidswinst het lokaal koelen van het hart precies oplevert voor de patiënt. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in zes grote Europese hartcentra. Naast het Catharina Ziekenhuis zijn dat de hartcentra in Aalst (België), Glasgow (Engeland), Kopenhagen (Denemarken), Orebro (Zweden) en Boedapest (Hongarije). In deze ziekenhuizen ondergaan de komende tijd honderd patiënten deze nieuwe behandelmethode. Die groep wordt in een randomized controlled trial vergeleken met honderd andere patiënten die op de oude, traditionele manier worden gedotterd. Otterspoor verwacht dat er over drie jaar harde cijfers beschikbaar zijn over de gezondheidswinst van deze nieuwe werkwijze.