Bij de ombudsman zijn klachten binnengekomen over het afstoten van de topreferente taken klinische immunologische zorg door het azM. Patiënten klagen over de matige informatieverstrekking en vrezen voor het verlies van deze specifieke vorm van zorg.
Onderzoek
Brenninkmeijer heeft eigen onderzoek uitgevoerd over de vraag of bij de uitvoering van het besluit tot het afstoten van de topreferente taken het azM-bestuur de kwaliteit en de toegankelijkheid van de gezondheidszorg voldoende heeft gewaarborgd. ‘Uit de bevindingen komt naar voren dat er in ieder geval niet tijdig zorgplannen zijn opgesteld voor alle patiënten’, schrijft de ombudsman. ‘Hiermee heeft de raad van bestuur onvoldoende oog gehad voor de belangen van de patiënten en alleen daarom al heeft de raad van bestuur gehandeld in strijd met het recht op (zorg voor de) gezondheid.’
Zorgplannen
De rol van de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) is door de ombudsman ook meegenomen in zijn onderzoek. De IGZ heeft volgens de ombudsman vele pogingen gedaan het bestuur te bewegen om op korte termijn zorgplannen te laten opstellen voor alle betreffende patiënten. Hierbij is de IGZ in contact gebleven met de betrokken patiënten dan wel hun vertegenwoordigers. ‘Het is de IGZ echter tot nu toe niet gelukt om de raad van bestuur voor alle patiënten een zorgplan te laten opstellen. Het toezicht van de IGZ heeft op dit punt gefaald. En daarmee heeft ook de IGZ gehandeld in strijd met het recht op (zorg voor de) gezondheid. De onderzochte gedragingen van het azM en de IGZ zijn daarom niet behoorlijk.’
Gesprek met arts
De Nationale ombudsman beveelt het azM aan om zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen zes weken na het verschijnen van zijn rapport, voor zover mogelijk met alle betreffende patiënten schriftelijk contact te zoeken. ‘Dit met als doel om een gesprek met een arts aan te bieden, indien de patiënt aan het azM doorgeeft dat hij of zij onvoldoende duidelijkheid heeft over de continuïteit van de zorg. In een daaropvolgend gesprek kan die duidelijkheid dan alsnog worden gegeven.’