Van die verkramping is volgens Jonkers anno 2020 weinig meer over bij Florence. ‘Die fase is voorbij, je ziet dat er weer rust is en stabiliteit’, aldus Jonkers in Denkbeeld. ‘Er is een organisatie die echt weer tot ontspanning komt.’ Belangrijk, want ‘dat is de enige manier om verder te komen. Mensen leren niet als ze in een kramp zitten. De les geef ik bij tijd en wijle ook wel eens mee aan oud-collega’s van de inspectie: ‘Realiseer je wat het effect is van een periode van intensief toezicht’.’
Maakbaarheidstermen
Met uitgangspunten als individuele kwaliteit van leven en persoonsgerichte zorg vormt wat Jonkers betreft het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg een belangrijke houvast. Toch wil ze waken voor denken in ‘maakbaarheidstermen’, oftewel het idee dat goed doordacht beleid zich als vanzelf in de praktijk materialiseert. ‘We formuleren beleid en dan komt het wel goed. Maar zo werkt het niet, daar zit een wereld achter. Ik heb altijd geprobeerd om er oog voor te blijven houden dat je uiteindelijk ander gedrag vraagt van mensen die met hart en ziel in de zorg werken, maar niet zo te sturen zijn met jouw beleid als je denkt. Het zijn mensen, met hun mogelijkheden en onmogelijkheden.’
Puzzel
Ook als het om de toepassing van het Kwaliteitskader gaat, komen theorie en praktijk soms met elkaar in botsing, zo blijkt uit Jonkers betoog in Denkbeeld. Eén van de onderleggers van het Kwaliteitskader is de methodiek van continue kwaliteitsverbetering. Anders dan verpleegkundigen zijn verzorgenden hier niet in getraind en zit het evenmin in de professionele attitude. ‘Voortdurend zo methodisch denken is te veel gevraagd’, zegt Jonkers in Denkbeeld. ‘Maar ook op momenten dat je er zeker bij stil zou moeten staan, gebeurt dit niet altijd. Dat is naar mijn idee echt eren grote puzzel voor onze sector. Het kwaliteitskader legt de lat in dat opzicht hoog.’
helemaal eens Anja!