Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Samenwerken met het oog op transitie

In voor Zorg!
Een veelgehoorde klacht is dat zorgorganisatie met (te) veel gemeenten te maken krijgen, nu verschillende zorgstromen onder hun verantwoordelijkheid komen. En inderdaad: of je met drie zorgkantoren te maken hebt of met een kleine 100 gemeenten is nogal een verschil. Maar niet alles is kommer en kwel, vinden zorgorganisaties in de regio Rijnstreek.
samenwerking
Foto: rgbstock/Robert Linder

Nederland kent gemeenten die opgaan in regio’s en in andere samenwerkingsverbanden. De regio Rijnstreek bijvoorbeeld, is onderdeel van het samenwerkingsverband Holland-Rijnland dat 14 gemeenten in totaal omvat. Rijnstreek bestaat uit 3 gemeenten: Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Kaag en Braassem. Rike van Oosterhoudt is programmamanager bij de Gemeente Alphen aan den Rijn. Om de sociale-participatieagenda vorm te geven, doet de regio een aanbestedingsronde onder alle zorg- en welzijnsorganisaties. Ter voorbereiding op deze ronde, waarvoor de opdracht op 27 mei gepubliceerd wordt , organiseerde zij al verschillende marktverkenningen en informatiebijeenkomsten. Als de aanbestedingsronde op 27 mei officieel start, heeft het rijk dan al de budgetten vrijgegeven? Van Oosterhoudt: ‘Het zal erom hangen. Maar we kunnen wel al een goede schatting maken van waarop wij straks zullen kunnen rekenen. We wachten dus niet op het rijk, maar gaan door op het ingeslagen pad. Je kunt jezelf klem zetten door je te afhankelijk te maken van het rijk. En we weten globaal al zo lang wat er op ons afkomt.’

Minder geld niet het grootste probleem

Van Oosterhoudt merkt een groot verschil tussen de zorgorganisaties. Sommige gaan heel laconiek om met wat de toekomst hen komt brengen, andere zetten de hakken in het zand en weer andere zien de voordelen van wat komen gaat. Er zijn organisaties die al langer met de enthousiasme voor de plannen en hakken in het zand, gaat dwars door al die organisaties heen. Van Oosterhoudt: ‘Of organisaties al langer met ons te maken hebben, maakt niet zo veel uit voor hoe zij hierin staan. Wat zij gemeen hebben met elkaar is dat zij allemaal vragen om de tijd en ruimte om de nieuwe manier van werken eigen te maken. Minder geld lijkt niet eens het grootste probleem, wel de mogelijkheid om te leren.’

Een kleine honderd gemeenten

Wat verandert er nou eigenlijk voor zorgorganisaties als op 1 januari 2015 de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van begeleiding & ondersteuning, de jeugdzorg en de Participatiewet? Laten we inzoomen op twee heel verschillende, maar beide grotere organisaties in de westelijke provincies: Kwadraad en Horizon. Kwadraad voert maatschappelijke ondersteuning uit en Horizon levert jeugdzorg, voornamelijk tweedelijnszorg. Kwadraad heeft met 36 gemeenten te maken en Horizon straks met een kleine honderd in totaal. Gemeenten groot en klein met een grote verscheidenheid aan couleur locale. Beide leveren in de gemeenten van Rijnstreek..

Kwadraad heeft al langer met de gemeenten te maken, legt Elke Louwers uit. Louwers is programmamanager Marktontwikkeling & Acquisitie bij Kwadraad. Recent aangetrokken door een veranderingsgezinde directie, zoals ze zelf zegt. Op bestuurlijk niveau wordt men gedreven door een realistische kijk op de ontwikkelingen. Het werk verandert nogal, legt Louwers uit. Want in het verleden werd Kwadraad afgerekend op een x-aantal korte trajecten en een x-aantal lange trajecten. Vooraf leverde de gemeente een budget op basis van de prognose. Achteraf verrekende zij op basis van het werkelijk aantal trajecten. Maar daarmee kun je als organisatie niet echt je toegevoegde waarde laten zien, vindt Louwers. ‘Als gemeenten zich gaan concentreren op het resultaat, dan kun je als samenwerkende organisaties daarop inspelen. Door je bijdrage aan de maatschappelijke agenda die gemeenten hebben te benoemen. Word je daarop gecontracteerd, dan word je afgerekend op het resultaat dat je biedt. Wij dienen bij de gemeenten plannen in waarin wij een antwoord formuleren op het beleidsplan van die gemeente.’

Bijdragen aan maatschappelijke opgave

De Rijnstreek is een van de weinige die om dergelijke plannen vraagt. Maar Kwadraad wil in de transitie koploper zijn en neemt dus zelf het initiatief. ‘De meeste gemeenten zijn heel enthousiast dat we proactief inspringen op de toekomst’, vertelt Louwers. Je gaat als organisatie in gesprek met de gemeente over de maatschappelijke opgaven die zij hebben. Daaraan moet je bijdragen als zorgorganisatie. Er zijn wel enkele geweest die zeiden “doe maar gewoon de productiecijfers die jullie altijd hebben aangeleverd”.’ Volgens Louwers zijn participatie en zelfredzaamheid prima te kwalificeren en kwantificeren en lenen ze zich dus goed voor het formuleren van kritische prestatie-indicatoren (KPI’s). ‘We zijn druk bezig om KPI’s te formuleren voor de jeugd- en gezinsteams waarmee momenteel enkele pilotprojecten zijn opgestart.

Veel tijd en inspanning

Terwijl Kwadraad al veel contact heeft met de gemeenten omdat zij veel dienstverlening leveren die al jaren onder de Wmo valt, is dat voor Horizon een ander verhaal. Hans du Prie is directeur van deze organisatie voor jeugdzorg en onderwijs. De financiering van de jeugdzorg in Nederland is ingewikkeld; in de AWBZ wordt nu nog de jeugd-ggz geregeld, vanuit de provincie worden de bureaus Jeugdzorg gefinancierd en voor de gesloten jeugdzorg is rechtstreeks binnen de begroting van VWS ruimte gemaakt. Zo is het nu, maar per 1 januari 2015 loopt voor Horizon een heel groot deel via de gemeenten, een kleine honderd dus. Het aantal overleggen dat Du Prie met hen heeft is gigantisch. Het kost hem enorm veel tijd en inspanning. Maar wie nu denkt dat hij met veel collega’s mee moord en brand roept over de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten, heeft het mis.
‘Ik vind het enorm positief dat de samenleving zich zo met ons is gaan bemoeien. Het afgelopen jaar heb ik zoveel mensen van al die gemeenten over de vloer gehad die kwamen om te zien wat wij hier doen.’ De organisatie is altijd naar binnen gekeerd geweest, zegt Du Prie. ‘Wij hebben veel kinderen en jongeren met zware gedragsproblemen. Wij concentreerden ons op de problematiek. De gemeenten zeggen: integreren is het doel. Mensen zijn onderdeel van een gezin, van hun omgeving. De problematiek van onze cliënten staat zelden of nooit op zichzelf; ze hangt vaak samen met de thuissituatie. De thuissituatie wordt gekenmerkt door een scala aan problemen waardoor ouders overbelast zijn geraakt.’

Onze gezinnen

Eyeopeners heeft Du Prie gehad, het afgelopen jaar. ‘Ik heb veel presentaties gegeven. Tijdens een daarvan sprak ik steeds over ‘mijn gezinnen’. Een wethouder zei toen: “Je hebt het wel over mijn gezinnen, maar het zijn ónze gezinnen. Het opende mij de ogen: deze gezinnen zijn vaak al jarenlang in beeld bij de gemeenten vanwege meerdere problemen. Wij behandelen hier de jonge mensen uit zo’n gezin, maar daar zit altijd een verhaal achter. De wereld is groter dan die van Horizon en de gemeenten zorgen ervoor dat Horizon in de maatschappij komt te staan.’

Daar komt ook Kwadraad om de hoek kijken, want de kinderen die bij Horizon onder behandeling zijn, zijn vaak bij Kwadraad in beeld voor andere trajecten. Schuldensanering bij het gezin, maatschappelijk werk. Het lijkt zo logisch dat de twee organisaties samenwerken, maar dat was het niet. Louwers: ‘Er is tot nu geen natuurlijke of geformaliseerde schakel in de keten. Wat gaat veranderen is dat we gaan samenwerken in de jeugd- en gezinsteams. Daarin wordt integraal gekeken naar gezinnen en wat daar speelt.’

Regionaal regelen

Fundamenteel anders gaat de begeleiding wel worden en dat heeft consequenties voor alle hulpverleners. Louwers: ‘Normaliseren wordt het doel. Niet langer staat de zorg centraal, maar datgene doen wat zorgt voor zo normaal mogelijk meedraaien in de maatschappij. Hulpverleners moeten experts op het normale leven worden.’ Beiden, Louwers en Du Prie, noemen het grote aantal overlegstructuren een van de belangrijkste bedreigingen voor het welslagen van de transitie. Ook Rike van Oosterhoudt merkt dat aan de organisaties die zij momenteel allemaal spreekt. Daarom is het zo belangrijk dat er zo veel mogelijk regionaal geregeld gaat worden: ‘De hoeveelheid regels moet niet nog groter worden, nu organisaties naast de zorgkantoren en zorgverzekeraars ook met de gemeenten te maken krijgen.’ Niet alles zal meteen goed gaan, denkt van Oosterhoudt. ‘De kunst voor de politiek, op welk bestuurlijk niveau dan ook, wordt straks om niet in een kramp te schieten en te gaan sturen op incidenten met nog meer regels tot gevolg. Dat kan nog best eens spannend worden.’

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.