
Het is een samenwerking op inhoud, zegt bestuursvoorzitter John Taks van het Diakonessenhuis. ‘Wij willen het heen en weer verwijzen van patiënten voorkomen. Dat is een verspilling van tijd en geld.’
Kwaliteitsverbetering
Maandagmiddag is in het Diakonessenhuis de overeenkomst getekend, door John Taks en bestuurslid UMCU Mirjam van Velthuizen. De samenwerking begint op drie gebieden: bij cardiologie (patiënten met hartfalen), multidisciplinair voor de wervelkolom, knie en voet/enkel, en bij maag-darm-leverziekten. Na verloop van tijd wordt deze uitgebreid naar andere specialismen, onder meer naar geboortezorg. Taks: ‘Wij steken geen energie in allerlei moeilijke samenwerkingsvormen. We werken samen op de inhoud, met respect voor elkaars eigenheid. Ik ben ervan overtuigd dat dat de beste manier is om in onze regio tot kwaliteitsverbetering te komen.’
Wachtlijstproblematiek
De ketensamenwerking moet ook een oplossing bieden voor de wachtlijstproblematiek. Taks: ‘Bij het UMCU zien ze de wachtlijst groeien met mensen die daar niet perse terecht hoeven. En andersom.’ Volgens Taks gaat het alleen al bij hartfalen om jaarlijks tientallen patiënten die op de verkeerde plek terechtkomen. We willen hiermee substitutie mogelijk maken, ook naar de eerste lijn. Het perspectief is betere zorg voor de patiënt en voorkomen van dubbele onderzoeken. Taks: ‘Het afschalen en opschalen moet verbeteren. Er vindt nog teveel dure zorg plaats voor laagcomplexe patiënten.’
ACM
Van de Autoriteit Consument en Markt mogen de ziekenhuizen op deze manier samenwerken, dat hebben UMCU en Diakonessenhuis onderzocht. De samenwerking is immers ingestoken vanuit kwaliteit. Van marktverdeling is geen sprake, zeggen ze. Er is niets verplicht: als een huisarts naar een ander ziekenhuis wil verwijzen of een patiënt een specifieke voorkeur heeft, dan kan dat. Een financiële afspraak ligt er niet onder de overeenkomst, zegt Taks: ‘We gaan er eerder minder dan meer door verdienen, maar dat is ook niet de insteek. Allereerst is dit beter voor patiënten. De kwaliteit van zorg gaat omhoog, alleen al doordat specialisten uit beide ziekenhuizen met elkaar meekijken. De zorg wordt doelmatiger. En het is goed voor de naam van onze ziekenhuizen.’
Triage
De specialisten van beide ziekenhuizen doen samen de triage. De mdl-artsen bekijken alle verwijzingen door huisartsen en bepalen op basis van de diagnose in welk ziekenhuis de patiënt het best terecht kan. Artsen kunnen nog niet in elkaars epd kijken, daarom is er voor het uitwisselen van beelden een XDS-verbinding aangelegd. Met XDS krijgen specialisten, mits de patiënt daar toestemming voor geeft, beveiligde digitale toegang tot actuele gegevens zoals radiologie verslagen. Dit voorkomt onnodig, dubbel onderzoek bij een patiënt. Het heeft anderhalf jaar geduurd eer deze verbinding er was en het is uniek voor de regio. Nu zijn delen van het epd inzichtelijk, het is uiteindelijk de bedoeling dat de medisch specialisten het complete epd bij elkaar kunnen inzien.
Medisch specialisten
Bas van Tuyl, maag-darm-leverarts Diakonessenhuis: ‘Hiermee is het veel gemakkelijker om even collegiaal te overleggen. Twee weten meer dan één en we vullen elkaar in de tweede en derde lijn goed aan op kennis en ervaring. Dat geeft dus een sneller en nog beter beargumenteerd behandeladvies voor patiënten.’ Frank Vleggaar, maag-darm-leverarts in het UMC Utrecht: ‘We doen allemaal waar we het beste in zijn. Met als resultaat blijere dokters en tevredener patiënten die betere zorg krijgen.’
UMCU
Wij zien dit als onze maatschappelijke taak, zegt Mirjam van Velthuizen. ‘Het is toch raar als wij mensen met laagcomplexe klachten lang op een wachtlijst laten staan. Zij kunnen sneller ergens anders terecht en wij houden plaats voor mensen die wel bij het UMCU moeten zijn.’ Van Velthuizen denkt niet dat de nieuwe verwijsmethode gevolgen heeft voor de inkomsten van het UMCU. Mocht dat wel zo zijn, dan verwacht zij dat de zorgverzekeraars dit initiatief zullen ondersteunen. Van Velthuizen: ‘Wij hebben allebei een goede naam maar denken dat we het samen nog beter kunnen doen.’ De medisch specialisten hebben samen om tafel gezeten, met patiënten en verwijzers erbij en zo zijn de zorgpaden helemaal op elkaar afgestemd. De zorgverleners weten nu precies van elkaar hoe hun werkwijze is.
Uitkomsten meten
De samenwerking moet natuurlijk wel resultaat opleveren, zegt Van Velthuizen: ‘We willen zien dat onze inspanningen tot betere output leiden.’ Er is een soort dashboard gemaakt met een aantal parameters, zoals aantallen verwijzingen en PROMS. ‘Elk kwartaal wordt dat bekeken en op basis van ervaringen kunnen we aanpassingen doorvoeren. Wij geloven niet in grote veranderingen in een keer: We verbeteren in kleine stappen.’