De SKGZ heeft uitgesproken dat de zorgverzekeraars het persoonsgebonden budget verpleging en verzorging (pgb vv) voor bestaande pgb-houders niet zonder meer met ingang van 1 januari 2015 mochten verlagen. In 2015 gold immers niet alleen de oude indicatie maar ook het oude tarief. Toch ervaarden diverse budgethouders, die al in 2014 een pgb ontvingen, dat het nieuwe pgb in 2015 lager uitviel.

Gesprek over consequenties

Volgens ZN hangen de kortingen op het pgb-budget samen met de bezuinigingen van het kabinet van 400 miljoen euro op de totale wijkverpleging. ‘Een aantal zorgverzekeraars heeft er daarom voor gekozen om de lasten van deze forse bezuiniging zo gelijk mogelijk te verdelen over het budget voor zowel de gecontracteerde zorginstellingen als voor de pgb-houders.’ ZN wil nu graag in gesprek met VWS en Per Saldo over de consequenties van de SKGZ-uitspraak voor de betrokken budgethouders.

Korte voorbereidingstijd

ZN stelt verder dat er een korte voorbereidingstijd was voor zorgverzekeraars om het pgb onder te brengen in de Zorgverzekeringswet. ‘Slechts enkele maanden voordat zorgverzekeraars hun polissen definitief moesten maken, hebben VWS, Per Saldo en ZN een bestuurlijk akkoord gesloten over de introductie van een pgb in de Zorgverzekeringswet. Na het akkoord hebben zorgverzekeraars onder hoge tijdsdruk een pgb-regelement moeten opstellen om een eenduidige pgb-regeling voor budgethouders in de Zvw mogelijk te maken. Daarbij was het zorgverzekeraars niet toegestaan om afspraken te maken over hoe zij de bezuinigingen in gelijke mate konden verdelen over natura, restitutie en pgb. Zorgverzekeraars hebben vervolgens hierin een eigen zorgvuldige afweging moeten maken.’