Dat is de conclusie uit een onderzoek over slokdarmoperaties onder elf ziekenhuizen in Zuid-Holland, waarop chirurg Michel Wouters vorige week in Leiden promoveerde. Zijn onderzoek leidde inmiddels tot nieuwe kwaliteitsnormen in de kankerzorg.
Sterftecijfers
Tijdens zijn vierjarig onderzoek ontdekte Wouters aanzienlijke verschillen in postoperatieve sterfte tussen de elf ziekenhuizen. Ziekenhuizen die meer operaties uitvoerden, presteerden beter. Dat gold vooral voor relatief zeldzame ingrepen met een hoog risico. Naast postoperatieve sterfte onderzocht Wouters ook complicaties, heroperaties, opnameduur en langetermijnoverleving van patiënten.
Centralisatie
Hierop besloot Wouters het idee dat verwijzing van slokdarmkankerpatiënten naar een hoogvolumeziekenhuis leidt tot betere zorguitkomsten, in de praktijk uit te proberen. Als er verschillen in zorguitkomsten zouden blijken, werden patiënten verwezen naar de ziekenhuizen met de betere uitkomsten. Binnen vijf jaar leidde dit tot het centraliseren van slokdarmoperaties in vier en later drie van de elf ziekenhuizen in de regio. De postoperatieve sterfte daalde van twaalf naar vier procent. Ook de langetermijnoverleving van patiënten verbeterde significant.
Nieuwe normen
Het promotieonderzoek van Wouters maakte deel uit van het rapport ‘Kwaliteit van Kankerzorg’ van de KWF Kankerbestrijding, uit 2010. De aanbevelingen uit dat rapport hebben inmiddels geleid tot kwaliteitsnormen voor de gehele kankerzorg. Voor darmkanker, borstkanker, longkanker en slokdarm-maagkanker zijn landelijke clinical audits gestart. Wouters werkt als chirurg in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis Amsterdam.