Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties8

‘Betaalbaarheid ouderenzorg is niet opgelost’

Bart Kiers schrijft zowel over cure als care. Zijn aandachtsvelden zijn de ziekenhuizen, medisch specialisten, wijkverpleging en ouderenzorg.
Nederland heeft de duurste ouderenzorg ter wereld. Op de lange termijn zullen ouderen meer zelf moeten betalen en moet de arbeidsproductiviteit omhoog.
chronisch zieken, ouderenzorg, vergrijzing
Foto: AdobeStock

Nederland besteedt 3,7 procent van het bbp aan de langdurige zorg. Ons land is daarmee internationaal koploper qua uitgaven voor de ouderenzorg, met in de slipstream de Scandinavische landen. ‘Het belangrijkste verschil met het buitenland is dat er bij ons veel meer ouderen een beroep doen op de institutionele zorg. Dat waren er in 2015 zo’n 160.000’, vertelt Hans Maarse, oud-hoogleraar duurzame zorg. Hij publiceerde dit voorjaar met andere wetenschappers het boek ‘Betaalbare zorg’, waarin allerlei facetten van beheersing van de zorguitgaven aan bod komen. In aanloop naar Prinsjesdag gaat Zorgvisie dieper in op enkele thema’s rond de betaalbaarheid van zorg.

Ouderen betalen weinig zelf

Een ander verschil met het buitenland is dat Nederlandse ouderen relatief weinig zelf hoeven te betalen. In andere landen zijn de eigen betalingen hoger en moeten ouderen hun eigen vermogen voor een groot deel ‘opeten’ voordat ze een beroep mogen doen op de collectief betaalde ouderenzorg. Maarse: ‘In Engeland kun je echt “failliet” gaan. Daar mag je maar circa 25.000 pond eigen vermogen overhouden. Het opeten van het eigen vermogen is wel lastig te verkopen. Mensen hebben hun leven gespaard en de overheid pakt dat dan zo maar af. Niet voor niets wordt de vermogensbijtelling in Nederland verlaagd van 8 naar 4 procent.’

AWBZ als luchtballon

Dat er in Nederland zo veel mensen een beroep doen op de collectief gefinancierde ouderenzorg is historisch gegroeid. De AWBZ uit 1967 was wereldwijd de eerste collectieve verzekering voor de langdurige zorg. Die was aanvankelijk alleen voor intramurale zorg na het eerste jaar dat mensen in een instelling verbleven. Maar in de loop der jaren groeide die vanzelf als een luchtballon. Ook de betaling van onder meer de thuiszorg, bejaardenhuizen en ggz gingen via de AWBZ lopen. De kosten voor AWBZ rezen begin deze eeuw de pan uit door enkele rechterlijke uitspraken. Die verplichtte de overheid om de wachtlijsten voor de AWBZ terug te dingen. Door het ‘boter-bij-de-visbeleid’ stegen de uitgaven van ruim twaalf miljard in 2000 naar meer dan twintig miljard euro in 2006. De toenemende vergrijzing zou de kosten bij ongewijzigd beleid onhoudbaar maken, dat was beleidsmakers duidelijk.

Hervorming AWBZ

De eerste bezuinigingsronde was de overheveling van de huishoudelijke hulp naar gemeenten in 2007. De tweede ronde in 2015 was veel ingrijpender. De AWBZ ging terug naar de kern, alleen verblijfszorg, en heette voortaan Wlz. De wijkverpleging viel via de Zorgverzekeringswet voortaan onder zorgverzekeraars en gemeenten kregen via de Wmo ook de ondersteuning en begeleiding erbij.

Succesvolle bezuinigingen

Het bezuinigingsbeleid wierp in eerste instantie zijn vruchten af. De ‘sluiting’ van de verzorgingshuizen zorgde voor minder uitgaven. Gemeenten bleken, ondanks veel maatschappelijk kabaal, in staat om de Wmo goedkoper uit te voeren dan de rijksoverheid. Zorgverzekeraars zorgden voor een onderbesteding van de middelen van thuiszorg met zo’n 300 miljoen euro.

Extra uitgaven verpleeghuizen

Maar onder maatschappelijke druk werden ook veel bezuinigingen op de ouderenzorg weer verzacht. Daarna volgden zelfs extra uitgaven van 2,1 miljard euro voor meer kwaliteit in verpleeghuizen. ‘Dat zal ongetwijfeld tot een kwaliteitsimpuls leiden. De vraag is wel in hoeverre je hiermee wilt doorgaan. Maar het is wel opmerkelijk dat de ziekenhuizen een nulgroei krijgen en ook de wijkverpleging een geringe groeiruimte heeft. Want het beleid om ouderen langer thuis te laten wonen, zorgt juist in de sectoren voor meer druk. Dat is voor die sectoren een stevige uitdaging.’

Betaalbaarheid hoog op de agenda

Voor de lange termijn blijft de betaalbaarheid van de langdurige zorg hoog op de agenda staan. Maarse ziet langs twee lijnen oplossingen. ‘De prijs van zorg moet omlaag, zoals gemeenten dat hebben gedaan in de Wmo. Dat zal lastig zijn, want arbeid wordt steeds duurder. De lonen gaan de komende jaren stijgen en arbeidskosten bedragen 85 procent van de uitgaven van verpleeghuizen. De enige uitweg is de arbeidsproductiviteit verhogen met monitoring op afstand, domotica-toepassingen en meer zelfmanagement. De hoop is hierbij gevestigd op innovatie. Ook met het de aanpak van de administratieve lastendruk valt nog winst te boeken.’

Meer zelf betalen

De andere optie is mensen meer zelf te laten betalen. Dat kan bijvoorbeeld met een goedkopere vorm van het pgb. In Nederland zijn de pgb-tarieven afgesteld op de inzet van professionele zorg. Ze liggen op een aanzienlijk hoger niveau dan in andere Europese landen. ‘In Italië krijgen ouderen een paar duizend euro. Ook in Duitsland krijgen ouderen veel minder. Dat geld mogen ze naar eigen inzicht besteden, maar dat is het dan ook.’

8 REACTIES

  1. Twee kanttekeningen:

    1. Is het nou niet gek dat ouderen € 100.000 per kind aan een kind mogen weggeven, om vervolgens een beroep op de gemeenschap te doen als ze dat nodig hebben? Zou toch niet moeten kunnen!

    2. Waarom gaan we niet aanbieden om naar het buitenland te gaan. Naar Zuid-Europa. Daar krijg je meer voor minder. Heerlijke leefomgeving. Aandacht. Verzorging op nivo. En .. een stuk beter betaalbaar! Laten we zeggen; naar een Florida in Europa!

  2. Lees alle reacties
  3. Nederland is ook zowat het enige land waar men het lumineuze idee heeft gehad om de controle en financiering van de zorg in handen te geven van commerciële bedrijven, de zorgverzekeraars. Deze maken miljardenwinsten en roepen met regelmaat dat de zorg te duur is en de premies omhoog moeten. Zorginstellingen worden intussen steeds meer afgeknepen en moeten steeds meer zorg leveren met minder middelen. Het is niet zozeer de zorg die te duur is, als meer het systeem waarvoor is gekozen.

    Onze zuiderburen hebben het wat dat betreft een stuk slimmer geregeld. Daar is het ziekenfonds in ere gehouden. Verzekeringspremies worden geïnd via de loonbelasting en toch betaald men minder belasting dan hier. De ziekenfondsen (Mutualiteiten) beheren de budgets en de kwaliteit van zorg is prima. Wil je een aanvullende verzekering? Dat kan voor zo’n 80 euro per jaar.

  4. De “prijs” van zorg voor ouderen moet omlaag, zo wordt hier gesteld. Naast de beschreven stijging van arbeidskosten door schaarste is ook de toenemende complexiteit van institutionele zorg een factor ( hoger opleidingsniveau ). Terzijde: vanuit de budgetten voor ziekenhuiszorg, GGZ en thuiszorg wordt ook veel zorg aan ouderen bekostigd. ( wanneer spreekt men over “ouderenzorg”? ). Maar ook geldt “ goedkoop is duurkoop “, want er is niets zo heilzaam als effectieve zorg. Waarom dan toch pleiten voor “ de prijs moet omlaag “? Omdat het collectieve kosten voor inactieven zijn? Dit vraagt wel om meer dan een alinea uitleg, toch?

  5. kreten als “Nederland heeft de duurste ouderenzorg ter wereld” doen het altijd goed.Veel te makkelijk wordt over het hoofd gezien dat er in welk onderzoek dan ook appels en peren tussen de diverse landen worden vergelijken. Alleen al in Europa is de onderliggende samenstelling van de ouderenzorg zo verschillend dat vergelijking vrijwel onmogelijk is. Dat gaat al mis bij de optelsom van ouderenzorg die collectief en ouderenzorg die zelf wordt betaald. Dat we op een efficiënte wijze goede zorg moeten verlenen en dat die efficiëncy nog wel een slag kan maken is duidelijk, Maar laten we kretologie van duurste zorg ter wereld snel vergeten. Dat zet veel mensen (en dus ook politici) op het verkeerd been (en schaadt dus de belangen van ouderen in de samenleving en de wijze waarop wij hen verzorgen).

  6. Het zou wel fijn zijn als ook de voor- en nadelen van de verschillende systemen worden genoemd. Waar ouderen en kinderen meer financiële verantwoordelijkheid dragen, is ook meer sprake van verwaarlozing van ouderen die eigenlijk meer zorg nodig hebben maar dat niet krijgen. Dat probleem is in Nederland en de Scandinavische landen echt een stuk kleiner. We krijgen behoorlijk waar voor ons geld.

    • ‘De verschillende systemen’

      Ooit werd het gezin gehouden voor ‘de pilaar onder de samenleving’. De pilaren om het dak te dragen zijn nagenoeg verwijderd. Nu komt het plafond naar beneden …

      Wij hadden eenverdieners huishoudens, nu hebben wij éénouder gezinnen of werken beide om de lasten te kunnen dragen. Hoe is het dat deze lasten zijn gestegen? Daar worden managers van betaald die steeds met ‘oplossingen’ komen, maar feitelijk de totale samenleving ondermijnen?

      Geldzucht (goudkoorts) is nooit de oplossing geweest …

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.