Volgens Schippers en Van Rijn geven professionals in het veld regelmatig aan dat zij het lastig vinden om het niet aangaan van een behandeling bespreekbaar te maken. Dat wordt mede veroorzaakt door de hoge verwachtingen van patiënten. ‘Een behandeling uitvoeren omdat het kan, lijkt op dat soort momenten wellicht een meer aanlokkelijke optie dan een uitgebreid gesprek aangaan met de patiënt. Toch kan een dergelijk gesprek veel verschil maken voor de patiënt als het uitgangspunt van de behandelbeslissing diens kwaliteit van leven is.’ Zij noemen deze omslag in denken en handelen nodig in de zorg. Niet alleen vanwege de kwaliteit, maar ook vanuit de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de betaalbaarheid van zorg.
Richtlijnen en protocollen
Artsen en patiënten zouden zich volgens de minister en staatssecretaris bij het inzetten van alle zorg af kunnen vragen in hoeverre de behandeling bijdraagt aan de kwaliteit van leven, de gezondheid en zelfredzaamheid van de patiënt. Medicijnen en behandeling kosten tenslotte ook tijd en energie, hebben risico’s en bijwerkingen. ‘Richtlijnen en protocollen kunnen een steun in de rug zijn voor individuele artsen die zich voor de opgave van de veeleisende patiënt gesteld zien.’
Moet alles wat kan?
Komende periode willen Schippers en Van Rijn het vaker hebben over de kwaliteit en betaalbaarheid van zorg in het kader van ‘Moet alles wat kan?’. Zij verwijzen naar de lopende activiteiten en roepen managers en bestuurders op om deze gesprekken in de spreekkamer te ondersteunen. Want ‘Moet alles wat kan? Is een verantwoordelijkheid van ons allemaal’, zo concluderen de twee.
Natuurlijk moet een arts soms durven stoppen. Maar dat is een onderwerp voor artsen en patiënten, en nooit voor ministers, managers en bestuurders!!
Zeker nooit de film ‘soylent green’ gezien.