In de originele wettekst van de Wlz kon een zorgvrager kiezen voor óf zorg in natura óf een pgb. Dat terwijl een grote doelgroep van met name verstandelijk gehandicapten gebruikt maakt van beide zorgvormen in de AWBZ. Met name voor vervoer en dagbesteding. ‘We hebben daarom sterk aangedrongen bij VWS dat deze mogelijkheid behouden blijft in de Wlz’, vertelt Saers. ‘Dit heeft geresulteerd in de recente introductie van het modulair pakket thuis. Dat lijkt een oplossing voor het probleem te zijn, maar dat is het in feite niet.’
Duurdere optie
Het grote probleem is de bepaling dat het mpt niet meer mag kosten dan wat een pgb kost. ‘Met andere woorden; als je zorg in natura combineert met een pgb, dan mag dat niet duurder uitvallen als een pgb op zichzelf. Omdat zorg in natura veel duurder is als pgb-zorg, betekent het feitelijk dat je vrijwel geen natura zorg kan inkopen óf je hele pgb moet inleveren als je het wel doet.’
Dagbesteding
Het komt er in feite op neer dat de mpt geen optie is. ‘Neem een dagbestedingslocaties, die zullen hun prijzen niet laten zakken speciaal voor pgb-houders met een mpt. Ze hebben het namelijk al moeilijk genoeg om de deuren überhaupt open te houden. En als je het zelf vanuit je pgb wilt betalen, dan merk je dat je budget totaal ontoereikend is. Neem bijvoorbeeld vervoer, daar krijg je in je pgb maar ruim vijf euro voor. Een fractie wat zorg in natura er voor krijgt. Pgb-houders kunnen met dat bedrag niet eens met de bus naar de dagbesteding.’
Wetsvoorstel
Saers hoopt in de komende debatten over het wetsvoorstel Wlz de Kamer en de regering te overtuigen van de noodzaak om de regels rondom het mpt te versoepelen.